Enkele maanden geleden vonden we een “ringetje”. Het leek van hout te zijn of van bot of van wat eigenlijk? We kwamen er niet uit. Afgelopen zaterdag ging een lid van de werkgroep naar een bijeenkomst van de deskundigheidsbevorderingscommissie van de AWN. Er waren lezingen over bottenonderzoek, houtconservering, archeobotanie en wat munten je nu eigenlijk wel -en vooral ook niet- vertellen, als je ze vindt bij een opgraving. Prikkelend en leerzaam.
Daarna volgenden diverse workshop om dieper op een materiaalsoort in te gaan. Zoals metaal, glas, aardewerk of zaden. Bij de workshop over het laatste zochten we in gezeefd materiaal uit Rijnsburg naar zaden en vonden we ook een zelfde soort “ringetje”. Een expert kon ons vertellen dat een verhard stukje kraakbeen uit de hals van een vogel was. Bij het afhakken van de vogelkop is het dus ooit door het keukenpersoneel in een beerput of gracht gegooid. En op die manier kunnen wij nu achterhalen wat men vroeger gegeten heeft.