Spinning Shards: een vleugje China

Met “Spinning Shards’ kijk je op een andere manier naar vondsten uit de Haarlemse bodem!

In de 17de eeuw maakte Nederland kennis met Chinees porselein. Men verwonderde zich over de dunne harde scherf en de soms raadselachtige voorstellingen op de voorwerpen. Ook werden ‘Chinezen’ afgebeeld op het porselein. Afbeeldingen van deze bewoners uit het verre en exotische land waren heel geliefd.

Porselein was aanvankelijk duur en de aanvoer stokte soms langere tijd. Dit gat in de markt benutten de Hollandse plateelbakkers om Chinees porselein te imiteren. De techniek om porselein te maken bestond nog niet in Europa. De pottenbakkers probeerden een goede imitatie te maken in faience.

De witte ondergrond werd verkregen door tinglazuur aan te brengen met daarop een blauwe beschildering. Een mooi voorbeeld hiervan is dit kopje van faience. Hierop zijn in vakken – een kenmerk van het Chinees kraakporselein –  Chinezen afgebeeld, met in de smallere panelen een zonnebloem. Het kopje is niet compleet, maar op de achterste helft is nog een deel van een Chinese figuur in een landschap te zien.

video: Esther van Enckevort

Kerstpakket!

In de rubriek ‘Vondst van de maand’ wordt kort en krachtig een bijzonder, apart of juist heel gewoon opgegraven voorwerp belicht. Deze maand betreft het geen bodemvondst maar een doos van -jawel- een kerstpakket.

Tegenwoordig liggen alle opgegraven scherven keurig opgeslagen in professionele kratten in het gemeentelijk depot. Maar in de prille jaren van de Haarlemse archeologie werden door de AWH -nog voor de intrede van de inmiddels ook klassieke bruine kartonnen ROB-dozen- uiteenlopende doosjes en verpakkingen gebruikt. Een wel zeer bijzondere ‘vintage’ verpakking voor de vondsten is deze prachtige doos van een heus kerstpakket. Superleuk natuurlijk!! Het kerstpakket was voor medewerkers van de firma Cementbouw N.V. en dateert uit de jaren zestig van de vorige eeuw. Vermoedelijk was een van de vroegere leden werkzaam bij dit bedrijf en is de doos na de feestdagen niet weggegooid, maar duurzaam hergebruikt. 

Biertje?

In de rubriek ‘Vondst van de maand’ wordt kort en krachtig een bijzonder, apart of juist heel gewoon opgegraven voorwerp belicht. Deze maand betreft het een bierflesje.

De bierfles kort na de ontdekking. foto: vinder van de bierfles

Een tijdje geleden werd door een particulier in het Spaarne een bierfles gevonden met het opschrift: Zuid Holl: Bierbrouwerij H.B.M.V.  Korte Spaarne 23 Haarlem. De vinder informeerde vervolgens of er meer over deze brouwerij bekend is.    

Goeie vraag, een dergelijke bierfles hadden we nog niet eerder gezien. Maar na wat onderzoek bleek dat op het Korte Spaarne 23 een hoofdagentschap heeft gezeten van de Zuidhollandsche Bierbrouwerij, hoofdagent was: M. Doodeheefver. De Initialen H.B.M.V. staan voor Haarlemsche Bierhandelaren- en Mineraalwaterfabrikanten Vereeniging.

Noordhollandsarchief – foto: J. Fielmich 1974

Op bovenstaand foto uit 1974 zien we de twee fraaie panden Korte Spaarne 23 en 25, in het pand links zat, blijkens het reclamebord, het agentschap. Leuk detail is dat in beide panden tijdens de zeventiende eeuw hier bierbrouwerij ‘De Olifant’ was gevestigd. Een bekende eigenaar rond 1546 was Willem Ruichaver, die naast brouwer ook raadslid en rentmeester generaal van Kennemerland was. Tot 1688 hoorden beide panden bij elkaar. Daarna kregen de panden allebei ene andere functie. Dit betekende het einde van de brouwerij. Begin twintigste eeuw vestigde zich in het linker pand het agentschap van M. Doodeheefver.  Dit duurde tot circa 1950. De exacte einddatum kon helaas niet worden achterhaald.

Kranteviewer Noord-Hollandsarchief 1 september 1907

Spinning Shards: Appliques op een steengoed kan

Met “Spinning Shards’ kijk je op een andere manier naar vondsten uit de Haarlemse bodem!

Deze steengoed kan komt uit het Rijnland (Keulen of Frechen) en is vervaardigd in de eerste helft van de zestiende eeuw. Steengoed wordt gemaakt van klei die geschikt is om op een hoge temperatuur (1200-1300 graden) te bakken. De scherf is daardoor niet meer poreus waardoor deze kannen heel geschikt zijn voor dranken zoals wijn en bier. De decoratie in reliëf maakt het ook aantrekkelijk om ze op tafel te zetten. De versieringen (appliques) worden in mallen gevormd en voor het bakken op de kan aangebracht. Voorbeelden van deze vormen werden gehaald uit modelboeken of prenten. Het bestrijken van de kan met een ijzerhoudende engobe zorgde voor een bruine kleur. De kleurloze glazuurlaag ontstond door het te bestrooien met zout.

De bolvormige kan heeft een band over de buik. De band is versierd met plantenranken met medaillons en bladmaskers. Boven en onder deze band zijn loodrecht acanthusbladeren en medaillons aangebracht. Met het aanbrengen van de appliques is iets merkwaardigs gebeurd. Op de ene helft van de kan zitten de medaillons en acanthusbladen recht boven elkaar, op de andere helft verspringen ze. De medaillons hebben allemaal een klassiek aandoend mannenhoofd en profil met gestileerd haar dat op een helm lijkt. Dit is een echt Renaissance motief.

De cilindervormige hals bevat een fries met schilden met het Amsterdamse stadswapen. Met het aanbrengen van stadswapens, zoals die van Amsterdam of Antwerpen, maakten de Rijnlandse pottenbakkers de kannen extra aantrekkelijk voor afzetgebieden die verder weg lagen, zoals de Nederlanden. De gunstige locatie bij de Rijn maakte het vervoer per schip erg gemakkelijk.

video: Esther van Enckevort

Spinning Shards: Lange Lijzen

In de rubriek “Spinning Shards’ kijk je op een andere manier naar vondsten uit de Haarlemse bodem!

Dit flesje van porselein is gemaakt in China in de tijd van keizer Kangxi (regeert 1662-1722). Na een onrustige tijd met burgeroorlogen kwam vanaf 1683 de porseleinproductie onder zijn bewind weer tot volle bloei. Veel porselein is toen door de Nederlanders ingekocht en naar Nederland verscheept.

Het balustervormige vaasje is in de mal gevormd en heeft een indeling in vakken in reliëf. De hals is afgebroken. Onder het glazuur is in kobaltblauw de beschildering aangebracht. In de boogvormige compartimenten zijn slanke elegante dames afgebeeld. De Nederlanders noemden ze in de 17de eeuw al ‘Lange Lijzen’. Afwisselend zijn Lange Lijzen en bloempotten op een taboeret (bijzettafeltje) geschilderd. De schouder is gedecoreerd met een bloementak en de hals heeft een band met spiralen. Lange Lijzen waren geliefd en zijn op veel porseleinen voorwerpen geschilderd zoals kopjes, schoteltjes, vazen en borden.

video: Esther van Enckevort

Bezoek de Nationale Archeologiedag in Haarlem op zaterdag 17 juni 2023

Op de plek van de Haarlemmer Kweektuin stond ooit een imposant kasteel: Huis ter Kleef . Het is gebouwd in de 13e eeuw en heeft adellijke bewoners gehad, zoals de familie Van Cleeff en de Van Brederodes. Het kasteel kende spannende tijden met ontvoeringen, hagenpreken, feesten en partijen en een inname door Spaanse soldaten.

Dit jaar herdenken we 450 jaar ruïne, in het jaar 1573 werd het kasteel door de Spaanse belegeraars grotendeels verwoest. Nu zie je er niet veel meer van terug dan een ruïne. Op zaterdag 17 juni wordt de geschiedenis van het kasteel weer tot leven gewekt!

Kom langs tijdens de Archeologiedag bij (voormalig) Huis ter Kleef in de Haarlemmer Kweektuin. Zaterdag 17 juni van 10.00 -16.00 uur zijn hier tal van activiteiten voor jong en oud. Op dit moment wordt er ook nog volop gewerkt door de archeologen van de gemeente Haarlem en de leden van de AWH aan de publicatie van de onderzoeksresultaten van de opgravingen die bij Huis ter Kleef plaatsvonden. Tijdens het archeologieweekend zijn er lezingen waar meer over het onderzoek en de resultaten wordt gedeeld. Ook is er een kleine expositie te zien waarbij de resten van dierlijk botmateriaal centraal staan. Zo wordt er aandacht geschonken aan wat er allemaal gegeten werd door de bewoners van Huis ter Kleef.

Op zaterdag 17 juni worden er diverse (gratis) activiteiten voor jong en oud georganiseerd. Een greep uit het programma:

  • Korte lezingen over de historie en archeologische onderzoeken bij Huis ter Kleef
  • Rondleidingen over het voormalig kasteelterrein
  • Workshops uitzoeken van vulling uit de kasteelgracht, dierenbotten onderzoek of bouw je eigen kasteel
  • Knutselactiviteit en speurtocht voor kinderen
  • Verhalenvertellers
  • Kookworkshop historisch koken voor jong en oud (op inschrijving)
  • Mini expo met onder andere  dierenbotten van Huis ter Kleef. Wat stond er op het menu bij de bewoners?

Wij werken samen met de Stichting Haarlemmer KweektuinNME Natuur en Milieueducatie, de collega’s van Team Archeologie en het Archeologische Museum Haarlem (Gemeente Haarlem) aan een mooi programma voor de Archeologiedag!

Locatie Archeologiedag: Haarlemmer Kweektuin, Kleverlaan 9 in Haarlem.

De Archeologiedagen op 16, 17 en 18 juni brengen het verleden tot leven met honderden activiteiten door het hele land. Ga underground bij de archeoloog en ontdek jouw geschiedenis!

Kijkje in het archeologisch depot

Hoe leuk is het om eens binnen te kijken op een plek waar je normaal niet kunt komen? Op zondag 19 juni houdt het archeologisch depot een open dag. Hier worden voorwerpen bewaard die bij opgravingen in Haarlem zijn gevonden. En uiteraard helpen de leden van de Archeologische Werkgroep Haarlem een handje mee. Komt je ook?  

In het depot ligt van alles; van kookpotten tot tegels en van leren schoenen tot botmateriaal. Allemaal bij archeologisch onderzoek in Haarlem tevoorschijn gekomen. “Alles moet op een speciale manier verpakt worden, een voorwerp van hout bewaar je bijvoorbeeld op een andere manier dan metaal”, vertelt Marjolein van den Dries, conservator van het Archeologisch Museum Haarlem aan de Grote Markt. “Zo zorgen we ervoor dat deze vondsten uit het verleden van Haarlem zo goed mogelijk bewaard blijven.”

Schat aan informatie
De deuren van het archeologisch depot zijn normaal gesproken gesloten voor het publiek. “Het leuke is dus dat je nu een kijkje kan nemen op een plek waar je normaal niet komt. We hebben natuurlijk ons museum aan de Grote Markt, waar de mooiste vondsten te zien zijn. En ook in de Bakenesserkerk waar het team Erfgoed werkt, zijn vitrines met voorwerpen. Maar daarnaast zijn er nog een heleboel spullen die in de afgelopen decennia opgegraven zijn, die je normaal niet kunt bekijken. Nu dus wel.”

De vondsten in het depot vertellen ons van alles over het verleden van Haarlem. “Wanneer er ergens een opgraving is, worden alle vondsten eerst schoongemaakt en onderzocht. En uiteindelijk komen ze dan hier terecht. De archeologen maken een rapport over zo’n opgraving waarin staat welke informatie over het verleden we hieruit kunnen halen.

Activiteiten
De open dag wordt georganiseerd door de archeologen van de gemeente Haarlem samen met de Archeologische Werkgroep Haarlem (AWH). Aanleiding zijn de Nationale Archeologie Dagen. Tijdens de open dag zijn er rondleidingen door het depot. Ook kun je luisteren naar verhalen over het archeologisch onderzoek aan de Nassaulaan en Huis ter Kleef. Kijk mee hoe het restaureren en conserveren van glas en metaal in zijn werk gaat. Je kunt ook zelf aan de slag met het uitpluizen van materiaal uit de gracht of een beerput. Voor kinderen zijn er leuke (knutsel)activiteiten. Heb je zelf iets gevonden, neem het dan mee naar het vondstenspreekuur. Dé kans om meer te weten te komen over jouw vondst en vragen te stellen aan de beroepsarcheologen en amateurarcheologen van onze stad!

Lezingen opgraving kasteel Huis ter Kleef
Om 14.00 en 15.00 uur wordt een lezing over de opgravingen van het Haarlemse kasteel Huis ter Kleef gehouden. De leden van de Archeologische Werkgroep Haarlem hebben het kasteel begin jaren 90 blootgelegd. Hierbij kwamen niet alleen de funderingen van het complete kasteel tevoorschijn, maar ook vele duizenden vondsten van keramiek, bot, metaal en glas. Samen met de archeologen van de gemeente Haarlem wordt momenteel het onderzoek uitgewerkt en de bewoningsgeschiedenis ontrafeld. We vertellen je graag over onze ontdekkingen!     

Locatie
De open dag is van 12.00 tot 16.00 uur. Het archeologisch depot zit aan de Korte Verspronckweg 7-9. Toegang is gratis. Ook de Bakenesserkerk is die zondag open voor publiek. Hier zijn verschillende vitrines met archeologische vondsten.

De trouwe kogelpot

In deze rubriek wordt elke maand kort en krachtig een bijzonder, apart of juist heel gewoon opgegraven voorwerp belicht. Deze maand betreft het een kogelpot. De scherven van deze potten zijn op diverse plekken in Haarlem aangetroffen, waaronder het kasteel Huis ter Kleef.

Team Erfgoed & Archeologische Werkgroep Haarlem,
scherven van een kogelpot van kasteel Huis ter Kleef

In tegenstelling tot wat de naam misschien doet vermoeden gaat dit niet om potten met kogels maar om bolvormige potten uit de middeleeuwen. Deze potten zijn te herkennen aan de vrijwel ronde vorm en een wijde opening. De kogelpot heeft zich rond negende eeuw ontwikkeld. Het oppervlak van de pot is ruw en meestal niet versierd. De naam is overigens pas veel later – begin twintigste eeuw – aan de potten gegeven.

Kogelpot, Vlaardings Archeologisch Kantoor, periode: 500 – 1499

Gebruik
De kogelpotten werden voor verschillende functies gebruikt, afhankelijk van het formaat van de pot. Zo zal de kleiner formaat pot zijn gebruikt voor het bereiden van voedsel en werden de grote potten vooral gebruikt voor opslag. Maar de potten konden ook gebruikt worden voor het serveren van voedsel.

Geschiedenis
De precieze tijd en plaats van ontstaan van de kogelpot is onduidelijk. In het begin van de middeleeuwen, nadat de Romeinen waren vertrokken, waren er weinig mensen die nog de kennis bezaten om aardewerk op een draaischijf te maken en werd er vaak vanuit Duitsland aardewerk ingevoerd. Rond de zevende eeuw werd de productie van eigengemaakt aardewerk weer opgepakt en ontwikkelde de kogelpot zich tot de meest voorkomende aardewerkvorm gedurende de middeleeuwen. De eerste bolvormige potten worden rond 700 in het Nederlands kustgebied gezien. In de hierop volgende zes eeuwen blijft de kogelpot het meest gebruikte aardewerk. Aan het einde van de dertiende eeuw is de hoofdrol van de kogelpot in Holland uitgespeeld, maar meer landinwaarts komen tot in de veertiende eeuw nog kogelpotten voor. Gedurende deze lange periode is de kogelpotvorm nagenoeg ongewijzigd gebleven. Het was dus een heel succesvolle ontwerp.

Kogelpot met vingerafdrukken, Archeologisch noodonderzoek te Erps-Kwerps, Villershof

Vrouwenvingers
De potten werden binnen het huishouden zonder al te veel hulpmiddelen gemaakt. Dit was het geval voor veel eenvoudige gebruiksgoederen. Zo werd bijvoorbeeld zelf kleding gemaakt van zelf geweven textiel. Vermoedelijk werden de potten voornamelijk door vrouwen gemaakt. Onderzoek heeft uitgewezen dat de vingerafdrukken die in de potten staan vaak van vrouwen zijn. De kogelpot werd met de hand gevormd, zonder draaischijf en mist dus de kenmerkende fijne draairingen van gedraaid aardewerk.

Randfragment met een simpele afgeronde vorm en schelpgruis magering, provinciaal archeologisch depot Zuid Holland

Productie
De kogelpot werd van klei gemaakt. Nu heeft klei de eigenschap om bij het bakken te krimpen. Om dit te voorkomen werd er aan de klei potgruis, steengruis, schelpgruis of grof zand toegevoegd. Dit materiaal werd “margering” genoemd.
De plak klei werd met een vormstok in model geklopt totdat de juist vorm van het lichaam van de pot was bereikt. Daarna werden de hals en de rand erop gezet. De rand en de hals van de pot en het lichaam werden dus apart gevormd en daarna bij de schouder (nauwste halsopening) aan elkaar gezet.

De potten werden in open vuren of afgedekte ondiepe kuilen gebakken. Door de zuurstofarme omstandigheden kregen deze potten tijdens het bakken een grijze of grijszwarte kleur. In de dertiende eeuw zien we zoveel uniformiteit in de kogelpot dat er waarschijnlijk al ‘bedrijfjes’ waren die niets anders dan kogelpotten maakten. De randen zijn allemaal gedraaid en voorzien van een profiel. Vanaf dit moment zijn het de mannen die de productie van de potten overnemen van de vrouwen.

In deze periode kwam het ook in de mode om de buitenkant van de potten met kraslijnen van een bezem te versieren. Dit wordt borstelstreek-versiering genoemd. Ook wordt er soms voor de stabiliteit een standring onder de kogelpot gezet. Naarmate de draaischijf definitief het handwerk overneemt, komt er een meer variatie in het aardewerk en raakt de kogelpot op de achtergrond. De kogelpot verdwijnt dan na zes eeuwen trouwe dienst van het toneel.

Kogelpot op standring met borstelstreekversiering, gevonden bij kasteel Oisterwijk te Beverwijk, oneindig Noord Holland



Literatuur:

Verhoeven A.A.A., 1998: Middeleeuws gebruiksaardewerk in Nederland, Amsterdam

Diederiks A.,2011: Kogelpotten, uit oneindig Noord Holland, Huis van Hilde

Vloerverwarming!

In deze rubriek wordt elke maand kort en krachtig een bijzonder, apart of juist heel gewoon opgegraven voorwerp belicht. Deze maand betreft het een beddingtegel.

In 2018 zijn tijdens de archeologische begeleiding van de aanleg van nieuwe nutsvoorzieningen in de Haarlemmer Kweektuin enkele bijzondere voorwerpen van keramiek aangetroffen die ons in eerste instantie geheel onbekend voorkwamen. Na enig speurwerk was de functie van deze tegels duidelijk: het waren beddingtegels. Deze tegels werden in de Stadskweektuin van Haarlem voor het opkweken van planten gebruikt. De vlakke, rechthoekige beddingtegels werden in de kassen op ijzeren roeden geplaatst en vormden zo een vloer waarop teelaarde werd gestort, zodat een verhoogd kweekbed ontstond waaronder de verwarmingsbuizen liepen. Door de verwarming van de teelaarde werd de groei van de planten gestimuleerd.

Cornelis Filippo
De opgegraven beddingtegels waren aan een zijde van tekst voorzien: “C, Filippo” of “C. Filippo en Zn. Hazerswoude”. De beddingtegels zijn gemaakt in de periode 1891 -het jaar dat Filippo de pottenbakkerij Werklust (en twee jaar later ook pottenbakkerij De Nijverheid) in Hazerswoude kocht en 1917, het jaar dat hij overleed. De pottenbakkerij produceerde dakpannen en aardewerk in de vorm van bloempotten en aanverwante artikelen ten behoeve van de tuinbouw zoals aardbeipotjes en zaaibakken en bouwkeramiek zoals buizen en schoorsteenpotten.

Stadskweektuin
Rond 1900 ontstond in Haarlem steeds meer behoefte aan groen in de openbare ruimte. Om aan deze vraag te voldoen was een grotere gemeentelijke kwekerij buiten de stad gewenst. In april 1909 werd zodoende het westelijk deel van het voormalig ambacht Zuid-Akendam ingericht als Stadskweektuin. Hier werden bomen, struiken, planten en bloemen voor de parken en straten van de gemeente Haarlem gekweekt. Rond 1910 legde landschapsarchitect Leonard Springer in de Stadskweektuin een siertuin en schooltuin aan en betrok de ruïne van het kasteel Huis ter Kleef -grotendeels afgedekt met zand – in het ontwerp. Een gedeelte van het oorspronkelijk ontwerp van Springer is nog altijd zichtbaar. De Springertuin en de aangrenzende speelweide zijn nu een semi-openbaar park dat wordt beheerd door het gemeentelijk natuur- en milieucentrum Ter Kleef. De oude Stadskweektuin staat nu bekend als Haarlemmer Kweektuin.


Bronnen:
Meulen, A, van der., en Smeele, P., 2002: Jaarboek Dirk van Eek, Werklust en de Nijverheid, De pottenbakkers van Hazerswoude in de negentiende eeuw
http://www.haarlemmerkweektuin.nl/historie

Hoera! Archeologische Werkgroep Haarlem 50 jaar

Van pionieren tussen ronkende graafmachines in de vroege jaren zeventig tot publieksparticipatie tijdens de Nationale Archeologiedagen. De leden van de Archeologische Werkgroep Haarlem en omstreken (AWH) doen alweer 50 jaar onderzoek naar het Haarlemse verleden en dragen de bevindingen met enthousiasme uit. Niet alleen door serieuze bijdragen aan archeologische rapporten, maar ook via rondleidingen, lezingen en mooie verhalen op social media.

Pionieren
Aan het einde van de jaren zestig stonden in de historische binnenstad van Haarlem, net als in andere steden, grote nieuwbouwplannen op stapel. Een groot deel van het bodemarchief dreigde daarbij ongezien verloren te gaan. In deze periode had Haarlem nog geen stadsarcheoloog om deze activiteiten te begeleiden. Zodoende werd al snel een beroep gedaan op de groep amateurarcheologen van de AWN die in het naburige Velsen actief was. De gestage toename van de archeologische werkzaamheden leidde tot de oprichting van een eigen lokale werkgroep. Op 27 juni 1970 was de Archeologische Werkgroep Haarlem (AWH) een feit. De AWH vormt samen met de werkgroepen Velsen en Beverwijk-Heemskerk de afdeling Kennemerland van de AWN.

Unieke opgravingen
Dankzij de inzet van de AWH is er op veel locaties in Haarlem en omgeving opgegraven. Zo is een middeleeuwse pottenbakkerij ontdekt onder C&A in de Anegang en werden er prehistorische akkers en vuurstenen werktuigen naast het NS-station Haarlem gevonden. Het onderzoek naar kasteel Huis ter Kleef in de Haarlemmer Kweektuin was een hoogtepunt. Daarnaast zijn ophogingslagen van de middeleeuwse stadsuitleg Bakenes onderzocht en werd er zelfs opgegraven in het Archeologisch Museum, dat in de zeventiende eeuw een Vleeshal was. Er zijn in Haarlem ruim 180 locaties door de AWH onderzocht, waardoor de kennis van het vroege Haarlem sterk kon worden uitgebreid. Vanaf 1983 werkt de AWH nauw samen met de beroepsarcheologen van de gemeente Haarlem.

Binnenwerk
De werkzaamheden van de AWH zijn tegenwoordig vooral gericht op het uitwerken van oude opgravingen. Onder auspiciën van de archeologen van Team Archeologie van de gemeente Haarlem wordt momenteel gewerkt aan het botmateriaal van kasteel Huis ter Kleef. Het botmateriaal wordt door de leden van de AWH gesorteerd, zodat de botspecialisten snel met het wetenschappelijk onderzoek aan de slag kunnen. Daarnaast worden bijdragen geschreven voor het rapport over kasteel Huis ter Kleef. Na 25 jaar uitwerken nadert dit project zijn einddoel: een wetenschappelijk rapport met een Deventersysteem-catalogus met meer dan 1000 (!) voorwerpen van keramiek en glas.

Veldwerk
Regelmatig wordt meegeholpen bij opgravingen van archeologische bedrijven, zoals BAAC, RAAP en ADC. De beroepsarcheologen zijn blij met de extra handen en de lokale kennis van de AWH-leden. Een recent project was het archeologisch onderzoek door archeologisch Bureau BAAC op het terrein van het Museum voor de Geest, gevestigd in het middeleeuwse Dolhuys. Door de leden van de AWH werd gegraven en geassisteerd bij het inmeten en tekenen van de sporen, waaronder muren, beerputten en skeletten van de bewoners. Een ander project waarbij de AWH assisteerde is het onderzoek van Gierstraat 35. Het behoud van het bouwvallige pand was niet mogelijk, maar dankzij de inspanningen van Team Archeologie kon het pand voorafgaand aan de sloop bouwhistorisch worden onderzocht. Na de sloop werd door ADC een onderzoek op het terrein uitgevoerd.

De AWH hielp zowel bij het veldwerk als het wassen van de vondsten uit de aangetroffen beerput. Ook werd door de AWH geassisteerd bij het puzzelen van de scherven uit de beerput van de Gierstraat. Dankzij het geduldig puzzelen konden vele voorwerpen worden gereconstrueerd en gedateerd. Het zeefresidu uit de beerput van de Gierstraat werd aansluitend uitgeplozen en leverde vele kleine voorwerpen op als kraaltjes, kledinghaakjes, scherfjes, pitjes, pijpensteeltjes en zelfs stukjes zeventiende-eeuws (wc-)papier! Over de vondsten en verhalen van deze opgraving werd door Team Archeologie in het Archeologisch Museum een leuke tentoonstelling gemaakt.

Publiek
In de afgelopen 50 jaar zijn veel open dagen, rondleidingen, lezingen en tentoonstellingen voor het publiek georganiseerd. De AWH neemt regelmatig deel aan de Open Monumentendag, Dag van de Architectuur en de Nationale Archeologiedagen. En in samenwerking met de dienst Natuur Milieu Educatie (NME) van de gemeente Haarlem wordt jaarlijks tijdens NLDoet de ruïne van het kasteel Huis ter Kleef in de Haarlemmer Kweektuin met hulp van het publiek van bramenstruiken en struikgewas ontdaan. Hierdoor is de ruïne weer zichtbaar en beleefbaar voor het publiek.

Bouwhistorie
Een nieuwe loot aan de stam is de in 2018 opgerichte Werkgroep Bouwhistorie Haarlem van de AWH. Deze werkgroep richt zich -samen met de bouwhistoricus van gemeente Haarlem- op het in kaart brengen van de bouwhistorie van Haarlemse panden. Het bouwhistorisch onderzoek van de werkgroep staat nog in de kinderschoenen. Er zijn inmiddels enkele projecten uitgevoerd, waaronder het documenteren van kelders onder woonhuizen. Daarnaast is onderzoek gestart naar de bouwsporen van het oude Karmelietenklooster. De werkzaamheden bestaan uit archiefonderzoek en uit het documenteren van de kelders onder een heel bouwblok.

Communicatie
Zelf bezig zijn met archeologie en bouwhistorie is fantastisch, maar het delen van ontdekkingen met het publiek is nog veel leuker. Zo plaatsen we regelmatig berichten op onze website “archeologischewerkgroephaarlem.nl”. Hierin wordt onder andere ook de Vondst van de Maand besproken. Via onze Facebook-pagina ‘Archeologische Werkgroep Haarlem’ worden wekelijks berichten met foto’s van werkzaamheden geplaatst en vondsten besproken. Veel belangstellenden volgen ons en blijven zo op de hoogte van alle vondsten en verhalen. Dit is erg dankbaar om te doen. Kortom, op naar de volgende 50 jaar!

 

50 jaar AWH in 50 foto’s: