Wie de tentoonstelling ‘Handel en Wandel in de Damstraat: 600 jaar bedrijvigheid tussen Spaarne en Markt’ nog wil zien moet snel zijn. De tentoonstelling is nog maar een kleine week te bekijken. Op 14 september valt het doek. Kortom, rep je komende dagen naar het Archeologisch Museum aan de Grote Markt, daal af en bekijk een van de meest spectaculaire opgravingen van de afgelopen decennia.
De tentoonstelling vertelt het verhaal over het ontstaan van de Damstraat in de 13e-eeuw en het gebruik van dit ‘zelfgemaakte’ stukje Haarlem in de zes eeuwen erna. Opgravingsvondsten, kaarten, foto’s, en historische objecten illustreren deze geschiedenis.
In vroeger tijden was het Spaarne veel breder dan nu. Het water kwam bijna tot aan wat nu het Klokhuisplein is. In de buitenbochten slijpt de rivier zijn loop steeds verder uit. Reden genoeg voor de jonge stad Haarlem, om een van die buitenbochten, dichtbij de markt en de Bavokerk, aan te plempen.
De eerste aanplemping moet al rond 1250 zijn geweest, de tweede vond plaats rond 1300. Door deze aanplempingen ontstond de Damstraat, die bij het Spaarne uitliep op het Slepershoofd. Daar stond al sinds de 14e eeuw een houten kraan, die de lading uit de aangemeerde boten op de kade hees. De Damstraat verbindt het Slepershoofd met de markt. Daar was ook een korenbeurs gevestigd.
In de Damstraat vond vanaf haar ontstaan in de middeleeuwen handel en nijverheid plaats. Aan de zuidzijde woonden ambachtslieden zoals bakkers, huikmakers, kraanwerkers en slepers. Aan de noordzijde verrezen grotere en fraaie gebouwen zoals het Fundatiehuis en het Waaggebouw en er waren verschillende herbergen. De huidige Waag is een laat 16e eeuws gebouw, waar tot 1915 goederen werden gewogen.
De tentoonstelling is samengesteld in samenwerking met de Archeologische Werkgroep Haarlem.