Kannen met baarden!

In deze rubriek wordt elke maand kort en krachtig een bijzonder, apart of juist heel gewoon opgegraven voorwerp belicht. Deze maand betreft het een baardman kan.

Onder de vele scherven die tijdens de opgraving van het Huis ter Kleef (1990-1994) zijn gevonden waren ook fragmenten van een bijzonder type kan, namelijk baardmannen. Dit zijn kannen uit de 16e eeuw tot en met de 18e eeuw, met op de hals een bebaard gezicht. De kan zelf kent verschillen van vorm; klein en bol of langgerekt met brede of smalle hals. Verder komen er ook andere versieringen voor op de buik, zoals acanthusblaadjes, medaillons etc. Dit is afhankelijk van de productieplaats en de ouderdom van de kan.

Huis ter Kleef
Een van de baardmankannen van Huis ter Kleef betreft een fraaie witte baardman kan. De kan is gemaakt in het Duitse Siegburg en dateert uit de periode 1550-1573. De kan is gedecoreerd met portret medaillons en acanthusblaadjes en een decoratieve band op de buik. En uiteraard is de kan van een fraai baardman-masker voorzien. De kan is vrijwel intact. Alleen het oor van de kan ontbreekt.

Herkomst
De baardmankannen komen uit het Rijnland, met name uit Keulen, Frenchen, Raeren en Sieburg. Een kan moet van hard en niet poreus materiaal zijn. Om deze harde structuur te krijgen werden de kannen op een hoge temperatuur van 1200-1400 graden Celsius gebakken. Niet iedere kleisoort is hiervoor geschikt. In het Rijnland, rondom Keulen, werd wel de goede klei soort aangetroffen.

Brandgevaar en oorlog
Van 1540- 1560 werden de pottenbakkers vanwege brandgevaar, produceren van giftige gassen en mogelijk ook op religieuze gronden uit Keulen geweerd en zijn naar het nabij gelegen Frenchen getrokken. Omdat de pottenbakkers in Frenchen op de zelfde wijze bleven produceerden is het moeilijk om het verschil te zien tussen de kannen gemaakt in Keulen of die uit Fenchen.
Onder invloed van oorlogsgeweld zijn rond 1600 de pottenbakkers opnieuw verhuisd. Dit keer naar Stadlohn en Vreden in West-Munsterland. Hier werd de productie van baardmankannen voortgezet. De productie in Frenchen is echter niet gestopt. In Frenchen zijn dan ook de meeste kannen gemaakt.

Productie
Na het draaien en drogen van de kannen werden de baardman-gezichten en de andere decoraties op de kannen aangebracht. Met behulp van een matrijs/mal krijgt een plakje klei de vorm van het gezicht. Dit gezicht werd met behulp van dunne kleipap op de hals van de kan geplakt. Op dezelfde wijze werden versieringen als bladranken en medaillons aangebracht. Daarna werden de kannen gebakken. Soms werd op de ongebakken kruik nog een dunne kleipap (engobe) aangebracht. Het resultaat was een egaal bruin gekleurde kan. De baardmankannen zijn voorzien van een zoutglazuur (NaCl). Vanaf de tweede helft van de zestiende eeuw werden met behulp van kobalt ook blauwe accenten aangebracht.

Wie o wie?
Op de vraag of het gezicht op de kannen een bepaalt persoon voorstelt is niet een definitief antwoord te geven. Wel zijn er een aantal suggesties:

Bellarminus of de hertog van Alva
De naam van Robertus Bellarminus (1542-1621), jezuïet en docent te Leuven en Rome wordt wel genoemd. Omdat hij als fel verdediger van de katholiek kerk zich keerde tegen het protestantisme en drank misbruik, zou zijn gezicht op de kan bedoeld zijn om hem belachelijk te maken. Opmerkelijk is dat in het Engels de baardman kan ‘bellamine’ wordt genoemd. Het is wel jammer dat de baardmankannen al ruim veertig jaar werden gemaakt voordat Robertus Bellarminus werd geboren.
Als andere mogelijkheid, die wordt wordt geopperd is dat de kannen de hertog van Alva (1507-1582) moesten bespotten. Ook hier geld weer dat de kannen er al waren voordat Alva door koning Phillips II als landvoogd naar de Nederlanden werd gestuurd.

Karel de Grote of wildeman
Sommige vergelijken de baardman kannen met de afbeelding van Karel de Grote op een reliekenbuste, die in Aken wordt bewaard. Karel de Grote wordt hier afgebeeld met een kort golvende baard en een strak gezicht overeenkomend met het gezicht op de kannen. Een andere suggestie is dat het bebaarde gezicht op de kan Christus moet voorstellen. Er zijn kannen met drie koppen op de hals, dit zou verwijzen naar de goddelijke drie eenheid. Een totaal andere verklaring is dat het gezicht op de kan de wildeman voorstelt. De wildeman, een mythische creatie met het uiterlijk van een mens maar dan geheel behaard, die een primitief leven leidde in de natuur, was als afbeelding erg populair in de middeleeuwse kunst.

Puntneus kannen
Als afsluiting moet hier nog de puntneus kan worden genoemd. Deze wordt gezien als de voorloper van de baardman kan. Beide kannen verschillen in de vorm van het gezicht. De gezichtjes van de puntneus kan zijn geboetseerd in plaats van met een mal aangebracht.