De bajonet van Bloemendaal

In deze rubriek wordt elke maand kort en krachtig een bijzonder, apart of juist heel gewoon opgegraven voorwerp belicht. Deze maand betreft het een bajonet.

Op 19 april 2013 werd door enkele leden van de AWH een waterput naast de dorpskerk inBloemendaal-Dorspkerk-w200
Bloemendaal onderzocht. Nadat het water uit de put was gepompt werden diverse voorwerpen op de bodem aangetroffen, waaronder diverse grafvazen, een uitzetroede van een raam, wat stopverf, dakpannen en een deel van een houten putdeksel. Een onverwachte en bijzondere vondst betreft een complete bajonet met leren schede, welke op een smalle richel in de waterput werd aangetroffen.

Raadsel
De vondst van de bajonet stelt de archeologen voor een klein raadsel. Want hoe komt een militair voorwerp netjes op de richel in een waterput, en hoe oud is de bajonet eigenlijk en bajonetvoor wie is de bajonet ooit gemaakt? De bajonet is maar liefst 50 cm lang, waarvan 37 cm het lemmet betreft. Het lemmet was overigens nog vlijmscherp. De houten belegplaatjes op de handgreep waren door het langdurige verblijf in het putwater zacht geworden. Inmiddels zijn ze geconserveerd. Het leer van de schede was echter grotendeels vergaan. Alleen de metalen mondopening en de metalen punt van de schede hebben de tand des tijd overleefd. De waterput is na het onderzoek afgedekt met een fraaie sluitsteen, mogelijk gemaakt door de Vrienden van de Dorpskerk.

Duitse keizer
Onderzoek wijst uit dat het om een Duitse bajonet van het type S98/05 gaat, bedoeld voorkaiser_wilhelm_II-02 het ‘Gewehr 98’. Zo staat op de zijkant van het lemmet het merk Weyersberg, Kirschbaum u. Cie., (WK & C), Solingen en is op de rug van het lemmet de gekroonde W14 te zien, van Wilhelm II van Pruisen (regeerperiode 1888-1918). Wilhelm II was staatshoofd van het Duitse Keizerrijk en het Koninkrijk Pruisen. De bajonet is gemaakt in het jaar 1914. Hoe de bajonet in onze streken en vervolgen in de waterput is beland blijft gissen. Is de bajonet doorgebruik tot in de Tweede Wereldoorlog en tijdens de bezetting zoek geraakt? Of is het wellicht toch kwajongenswerk geweest? De bajonet lijkt in ieder geval zorgvuldig te zijn verborgen in de waterput, met de intentie om hem later nog te kunnen ophalen.

Berendoder
De eerste toepassing van een wapen dat pas later ‘bajonet’ genoemd zou worden, gebeurde in de jacht. Vooral in het dichtbeboste noorden van Spanje joeg men op beren. De beer diende op de juiste plaats geschoten te worden. Een zwaargewonde beer kon de jager doden, aangezien de geweren die men in de 16e en 17e eeuw gebruikte slechts enkelschots waren, en snel herladen onmogelijk was. Men zocht toen naar een reservewapen om zich ook met een ongeladen geweer tegen een berenaanval te kunnen beschermen. Hiervoor plaatste men ‘plugbajonetten’ in de loop, een jachtmes waarvan het handvat uit een stuk hout bestond dat men in de loop stak.

Militaire toepassing
In de 17e eeuw vond dit wapen een nieuwe, ditmaal militaire toepassing. Net als de jagers ng4.8in die tijd hadden ook de legers nog geen snel herlaadbare geweren. Tijdens de tientallen seconden die de schutters nodig hadden om hun geweren klaar te maken voor een nieuw schot waren ze erg kwetsbaar. Aangezien elke schutter standaard nog een zwaard of mes bij zich droeg was een plugbajonet een stap in de juiste richting. Het handvat van een plugbajonet werd zo vormgegeven dat het in de loop van het geweer paste en de schutter dus over een lans kon beschikken indien hij niet genoeg tijd had om zijn geweer te herladen. Nadeel van dit systeem is dat er onmogelijk geschoten kan worden wanneer de loop geblokkeerd wordt door de bajonet.

Verschillende succesvolle, en veel talrijkere mislukte, experimenten volgden tot men de eerste ‘hulsbajonet’ ontwikkeld had. Hierbij plaatste men de bajonet door middel van een soort buis over het voorste gedeelte van de loop, zonder dat het schieten gehinderd werd. De meeste landen maakten echter in de loop van de 19e eeuw de overstap naar de zwaardbajonet. Dit type bajonet was een volwaardig zwaard of mes met handvat en snijdend lemmet dat eveneens op een geweer geplaatst kon worden. Dit is vandaag de dag nog de meest gebruikte soort bajonet en bestaat in alle vormen en maten.DSC07697

 

Met dank aan bajonet.be

Aan de slag!

Eindelijk was het dan zover… Met veel plezier zijn we van de week gestart met de DSC07810uitwerking van de laatste keramiek uit de slotgracht van het kasteel Huis ter Kleef. Het betreft hier niet zomaar wat keramiek, maar het gaat om 47 kratten met enkele honderden kilo’s scherven uit de slotgracht naast de keukenvleugel. Naar verwachting zal er dus veel keukengerei in de vorm van kookpotten, bakpannen, kommen kunnen worden aangetroffen.

Puzzelen
Alle scherven keramiek worden netjes per vondstlaag en per keramieksoort uitgelegd, DSC07806waarna de verschillende scherven uitgebreid aan elkaar worden gepast. Na verloop van tijd ontstaan er zo complete en herkenbare voorwerpen uit de losse scherven. Deze voorwerpen worden zorgvuldig gelijmd, gefotografeerd en getekend. Alle voorwerpen en de resterende scherven worden vervolgens gedateerd.

Vragen
Om inzicht te krijgen in de handelsrelaties uit het verleden wordt waar mogelijk de productieplaats van de potten en pannen in kaart gebracht. Ook wordt de oorspronkelijke functie van de voorwerpen bepaald waardoor er een goed beeld ontstaat van de verschillende gebruiksfuncties. Samen met de vondstlocatie in de slotgracht geeft dit aan welke activiteiten, in welke periode, waar in het kasteel hebben plaatsgevonden. Met andere woorden, waar in welke periode werd gegeten, gekookt en geslapen. Ook kan aan de hand van de gedateerde keramiek worden vastgesteld in welke periode het kasteel is gebouDSC07834wd en wanneer en vleugels en torens zijn aangebouwd. Na afronding van het onderzoek worden de bevindingen in dik wetenschappelijk rapport en een fraai glossy publieksboek gepubliceerd.

Opgraving
De opgraving van het kasteel Huis ter Kleef heeft in de periode 1990-1994 plaatsgevonden. Na het eerste publieksboek ter gelegenheid van het 750-jarig bestaan van Haarlem en de bijbehorende tentoonstelling in het Archeologisch Museum Haarlem, is in 1996 gestart met de grootschalige uitwerking van het hele kasteelcomplex. Dit betreft zowel het kasteel, de omringende slotgracht als het bijbehorende voorhof met bijgebouwen. In de afgelopen jaren zijn vrijwel alle vondsten uit de slotgracht onderzocht, waaronder veel voorwerpen van metaal, bouwmateriaal, leer, bot, textiel en hout. Samen vormen ze een belangrijk onderdeel van het unieke verhaal over de bewoningsgeschiedenis van dit Haarlemse kasteel.

DSC07848

 

Laatste ronde Damstraat!

Wie de tentoonstelling ‘Handel en Wandel in de Damstraat: 600 jaar bedrijvigheid tussDSC04971en Spaarne en Markt’ nog wil zien moet snel zijn. De tentoonstelling is nog maar een kleine week te bekijken. Op 14 september valt het doek. Kortom, rep je komende dagen naar het Archeologisch Museum aan de Grote Markt, daal af en bekijk een van de meest spectaculaire opgravingen van de afgelopen decennia.

De tentoonstelling vertelt het verhaal over het ontstaan van de Damstraat in de 13e-eeuw en het gebruik van dit ‘zelfgemaakte’ stukje Haarlem in de zes eeuwen erna. Opgravingsvondsten, kaarten, foto’s, en historische objecten illustreren deze geschiedenis.

In vroeger tijden was het Spaarne veel breder dan nu. Het water kwam bijna tot aan wat nu het Klokhuisplein is. In de buitenbochten slijpt de rivier zijn loop steeds verder uit. Reden genoeg voor de jonge stad Haarlem, om een van die buitenbochten, dichtbij de markt en de Bavokerk, aan te plempen.

De eerste aanplemping moet al rond 1250 zijn geweest, de tweede vond plaats rond 1300. POSTER_handel en wandel_webDoor deze aanplempingen ontstond de Damstraat, die bij het Spaarne uitliep op het Slepershoofd. Daar stond al sinds de 14e eeuw een houten kraan, die de lading uit de aangemeerde boten op de kade hees. De Damstraat verbindt het Slepershoofd met de markt. Daar was ook een korenbeurs gevestigd.

In de Damstraat vond vanaf haar ontstaan in de middeleeuwen handel en nijverheid plaats. Aan de zuidzijde woonden ambachtslieden zoals bakkers, huikmakers, kraanwerkers en slepers. Aan de noordzijde verrezen grotere en fraaie gebouwen zoals het Fundatiehuis en het Waaggebouw en er waren verschillende herbergen. De huidige Waag is een laat 16e eeuws gebouw, waar tot 1915 goederen werden gewogen.

De tentoonstelling is samengesteld in samenwerking met de Archeologische Werkgroep Haarlem.