Vroomheid en zielenheil

In deze rubriek wordt elke maand kort en krachtig een bijzonder, apart of juist heel gewoon opgegraven voorwerp belicht. Deze maand betreft het een pelgrimsinsigne.

De fragmenten van de pelgrimsinsigne van ’t Krom.

In 1988 is door de Archeologische Werkgroep Haarlem onderzoek verricht in de Bakenesserbuurt te Haarlem. Ter hoogte van ‘t Krom 29-39 kon op de locatie van enkele gesloopte panden een opgraving worden uitgevoerd. Op het terrein zijn diverse ophogingslagen uit de middeleeuwen aangetroffen. De ophogingslagen illustreren de expansie van de middeleeuwse stad Haarlem op het grondgebied Bakenes. De pelgrimsinsigne is aangetroffen op de stort van de opgraving, maar afkomstig uit de middeleeuwse ophogingslagen.

Souvenir
De fragmenten van de pelgrimsinsigne zijn de stille getuigen van een pelgrimstocht die door een middeleeuwse Haarlemmer is gemaakt. Het ondernemen van een pelgrimstocht was voor velen een teken van vroomheid en een poging om zielenheil te verkrijgen voor het hiernamaals. Ook werd een pelgrimstocht wel opgelegd als kerkelijke straf om boete te doen voor bepaalde zonden. De insignes dienden als souvenir, amulet of als bewijs voor de boetedoening van de ondernomen tocht.

Pelgrimsinsigne Maria met Kind, (Maria Aquensis), Tunica, Vera Icon, Aken, 1400-1450, Bureau Monumenten & Archeologie, Amsterdam.

Maria
Alhoewel de insigne zeer fragmentarisch is overgeleverd, kon de herkomst nog goed worden bepaald en kon het insigne worden gedateerd. Een van de fragmenten betreft namelijk de tunica van Maria. De tunica verwijst naar een gewaad van geelwitte oosterse stof, een van de belangrijkste relieken uit de reliekschat van Aken. Maria zou het gewaad hebben gedragen toen ze Christus baarde. De tunica is op veel Akense pelgrimsinsignes afgebeeld en wordt daarop vaak getoond door twee priesters of twee engelen. Van de Haarlemse insigne zijn naast de tunica randfragmenten met een ophangoogje en een houdertje voor een stukje glas overgeleverd. Dit stukje glas werd gebruikt om tijdens de vertoning een glimp van de tuniek op te vangen, zodat de drager van de insigne voor de  rest van zijn leven kracht, heil en zegen tegemoet kon zien. Vergelijkbare insignes worden tussen 1300-1400 en 1325-1375 gedateerd.

De Franse H. Jodocus (St Josse) als pelgrim ca. 1500. Wenen, privécollectie.

Massaproduct
Pelgrimsinsignes waren een massaproduct. Ze werden gemaakt van een legering van tin en lood en in mallen gegoten. Naast de goedkope tin-loodlegering werden in zilver of verguld zilver insignes gemaakt voor de meer kapitaalkrachtige pelgrims. Voor de reizigers waren de insignes een herkenningsteken van hun pelgrimsstatus. De insignes werden zodoende zichtbaar bevestigd op kledingstukken, hoed, pelgrimsstaf of aan de rozenkrans. De insignes boden bescherming op de lange en vaak ook gevaarlijke route en ze gaven de garantie onderweg van de ‘Werken van Barmhartigheid’ (eten, drinken en onderdak) te kunnen profiteren. Ook in het verdere leven van de pelgrim speelde het insigne een rol en had het een diepere betekenis dan alleen souvenir.

Toning van de tunica van Maria in 2014.

Actueel
Nog altijd, om de zeven jaar in juni, wordt de tunica van Maria uit de gouden schrijn tevoorschijn gehaald en aan de gelovigen getoond. In 2021 is het weer zover: noteer het vast in uw agenda en ga volgend jaar in juni naar Aken om dit bijzondere gewaad in de Dom te bekijken!

Het pisglas van ‘t Krom

In deze rubriek wordt elke maand kort en krachtig een bijzonder, apart of juist heel gewoon opgegraven voorwerp belicht. Deze maand betreft het een urinaal, oftewel een pisglas.

Leden van de AWH in actie tijdens de opgraving.

In 1988 is door de leden van de Archeologische Werkgroep Haarlem een archeologisch onderzoek uitgevoerd op een braak terrein ter hoogte van ’t Krom 29-39. Naast dikke ophogingslagen uit de periode 1350-1360 zijn er diverse sporen uit latere perioden aangetroffen, waaronder waterputten en beerputten. In de beerputten zijn in de beer, poep van de bewoners, veel fragmenten van gebruiksvoorwerpen gevonden, zowel van keramiek al van glas. Naast diverse drinkglazen, flessen en een drinkschaal uit de zeventiende eeuw is er ook een pisglas aangetroffen. Het pisglas dateert uit de periode 1600-1675.

Het pisglas uit de beerput van de opgraving op ’t Krom.

Glasvondsten
Alhoewel tijdens opgravingen vaak grote hoeveel heden scherven van keramiek worden gevonden zijn glasvondsten heel wat minder talrijk. Zo is het aantal glazen voorwerpen in de beerput beperkt tot 11 stuks. In andere beerputten is helemaal geen glas aangetroffen. De vondst van een pisglas op de locatie in de Bakennesserbuurt is niet opmerkelijk. Naast het gebruik van pisglazen in hospitalen werden ze namelijk ook gebruikt in burgerlijke contexten. Alhoewel het pisglas in scherven is gevonden kon het model dankzij ijverig puzzelwerk worden gereconstrueerd. Het pisglas bestond uit een bolvormig lichaam, voorzien van een hals met een platte rand.

Prudentia (detail) door Pieter Breughel (1564-1638).

Pis kijken
In vergelijking met de gevonden glasscherven van de andere voorwerpen zijn de glasscherven van het pisglas zeer dun en helder. Dit was nodig om de kleur van de urine in het pisglas goed te kunnen bestuderen. Aan de hand van de kleur van de plas werd een diagnose voor de ziekte van een patiënt gesteld. Het geringste kleurverschil kon zo worden waargenomen. Oudere pisglazen waren vaak nog gemaakt van wat dikker groen glas en waren hierdoor niet ideaal in het gebruik.

Deze manier van diagnosticeren was tot ver in de zeventiende eeuw populair. Of de zieke weer is herstelt is helaas niet uit de opgravingsgegevens uit te maken. Het pisglas is op een zeker moment gebroken en weggegooid.

 

Fragmenten glas uit Haarlem waaronder twee platte randfragmenten van dikke groenkleurige pisglazen.