Snoeibeurt ruïne Huis ter Kleef tijdens NLDoet!

Wist u dat er tussen al het groen in de Haarlemmer Kweektuin een echt kasteel verborgen ligt? Dit is de ruïne van het middeleeuwse kasteel Huis ter Kleef. Helaas is daar nu maar weinig van te zien. En dat is natuurlijk ontzettend jammer!

Op vrijdag 9 maart a.s. doet de Archeologische Werkgroep Haarlem e.o. mee aan NLDoet, de nationale vrijwilligersdag! Samen met vrijwilligers van de Haarlemmer Kweektuin en de NME van de gemeente Haarlem wordt de ruïne van het kasteel Huis ter Kleef door een uitgebreide snoeibeurt weer beter zichtbaar gemaakt. Want wie wil er nou geen leuk kasteel?

Wie wil komen kijken is van harte welkom. We zijn van 10.00 tot 15.00 uur in de Haarlemmer Kweektuin!

Lezing: Het Verleden van de Velden, over de archeologie van de Duin- en Bollenstreek

Archeoloog én auteur van het boek Het Verleden van de Velden, Jeroen van Zoolingen geeft op maandag 26 februari a.s. in het Archeologisch Museum Haarlem een lezing over de archeologie van de Duin- en Bollenstreek.

De geschiedenis gaat zo’n 5000 jaar terug, toen de eerste bewoners in dit gebied arriveerden maar er is ook genoeg te vertellen over de Romeinse tijd en vroeg middeleeuwen. De vele verdwenen en nog bestaande kastelen zijn een duidelijke aanwijzing voor de rol die de streek in de late middeleeuwen speelde, in de tijd dat het graafschap Holland werd gevormd. Aan de hand van de vele vondsten, gevonden tijdens de afgravingen van de oude duinen voor de bollenteelt gecombineerd met gegevens van opgravingen van de laatste jaren in dit gebied ten noorden van den Rijnmonding vertelt hij over de rijke archeologische geschiedenis van dit gebied.

Praktisch
De lezing begint om 20.00 uur, de deuren van het Archeologisch Museum Haarlem gaan om 19.30 uur open. Het adres is Grote Markt 18k in Haarlem. Aanmelden kan door een mail te sturen naar mvddries@haarlem.nl.

Publieksboek
‘Het Verleden van de Velden’ is een nieuw publieksboek over de archeologie van de Duin- en Bollenstreek. Het onthult de lange tijd onderbelichte archeologische rijkdom van dit oude land. Het boek is op de avond zelf ook te koop (19,50 euro).
Auteur Jeroen van Zoolingen is geboren in Leiden en groeide op in de Duin- en Bollenstreek. Al vroeg ontwikkelde hij interesse in de archeologie van de streek. Hij studeerde Archeologie en Prehistorie aan de Universiteit Leiden, en is sinds zijn afstuderen werkzaam als archeoloog in West-Nederland.

Filmpje
Bekijk hier het Youtube-filmpje met het interview spreker, auteur, archeoloog en Bollenstreker Jeroen van Zoolingen.

Niets zo Haarlems als haarlemmerolie!

In deze rubriek wordt elke maand kort en krachtig een bijzonder, apart of juist heel gewoon opgegraven voorwerp belicht. Deze maand betreft het haarlemmerolie flesjes.

Niets zo Haarlems als de haarlemmerolie, een huismiddel dat vooral in de herfst- en wintermaanden verlichting kan brengen bij verkoudheid, koorts en griep. Maar het werd vroeger ook bij ernstiger zaken gebruikt zoals nierstenen en open wonden, het middel werd in 1696 uitgevonden door de schoolmeester Claas Tilly en wordt nog steeds vervaardigd en verkocht onder de naam C. de Koning Tilly.

Flesjes
Het middel werd in de beginperiode aan huis verkocht en pas later in de bekende haarlemmerolie flesjes. Deze flesjes zijn in de periode 1900- 1940 in groten getale vervaardigd, gevuld en verkocht. Het middel kreeg grote bekendheid en in diverse landen was er vraag naar, zoals Duitsland, Italië, Spanje en zelfs tot in Brazilië toe. En juist deze flesjes worden regelmatig tijdens opgravingen aangetroffen. De buisvormige flesjes werden in de beginperiode voorzien van etiket en de monding werd afgesloten met een nat stukje varkensblaas. Na droging zette het stukje varkensblaas zich vast. Als extra versteviging ging hier nog een touwtje omheen. Later gebruikte men kurkjes of schroefdopjes.

Concurrenten
De flesjes werden in het begin in de gebruiksaanwijzing verpakt en vanaf de jaren dertig in een kartonnen doosje. Voor wie het kon betalen waren er ook eer fraaie blikken beschikbaar waarin de flesjes werden verpakt. Maar behalve de glazen flesjes waren al deze verpakkingen vergankelijk. De concurrenten van het haarlemmerolie merk C. de Koning Tilly roken geld en probeerde het middel na te maken en op de markt te brengen. Men plakte de naam Tilly achter hun eigen fabrieks- of handelsnaam. Het flesje werd nagemaakt met naam en al en voorzien van een etiket. Enkele concurrenten waren Waaning- Klaas- en G. de Koning Tilly. De laatste veranderde de C in een G en vestigde zich nota bene tegenover de fabriek van de echte haarlemmerolie fabrikant in de Antoniestraat, vroeger de Achterstraat geheten. Maar de concurrenten mochten de naam Tilly niet gebruiken en er werden dan ook veel processen door de echte C. de Koning Tilly aangespannen. Het meest aardige voorbeeld is de maar enkele maanden bestaande fabriek geweest onder de naam C. de Koning en Tilli. Bij navraag bleek de heer De Koning timmermansknecht van beroep en de heer P. Tilli wafelbakker in Maastricht.

Vuilnisbelten
Veel flesjes van de bekende flesjes zijn afkomstig uit vuilnisbelten, of werden aangetroffen tijdens opgravingen. De etiketten van deze flesjes zijn verloren gegaan, maar doordat de naam van de producent in het glas werd weergegeven kan worden nagegaan wie de fabrikant is. Inmiddels zijn aan de hand van de opgegraven flesjes verschillende namen bekend. Dit betreft natuurlijk allereerst de echte fabrikant: C. de Koning Tilly. Maar ook van de concurrenten zijn diverse flesjes gevonden, zoals Erdtsieck Tilly, Claes Tilly, Marseille Tilly, G. de Koning Tilly, Genuine Tilly, G.K.T, gebroeders Waaning Tilly, Haarlemmensis, Daudey Tilly, C. de Koning en Tilli, wed. Claas Tilly, Jan Boogaard en Haarlemmerolie De Koning Tilly, Holland. Sommige flesjes kregen nog een extra aanduiding mee zoals: Haarlem Holland of Made Haarlem Holland.

Van enkele fabrikanten zijn (nog) geen flesjes bekend, dit zijn: Oudthuis Tilly, Reform Tilly, Tilly Claeszoon. Maar vals of niet, of de inhoud de gebruiker heeft geholpen kan de archeologie ons helaas niet vertellen…

Terug naar Huis ter Kleef!

Inmiddels vriest het dat het kraakt, maar de afgelopen twee weken was het prima graafweer. Samen met archeologen van archeologisch bureau BAAC werd onder auspiciën van Team Erfgoed van de gemeente Haarlem een archeologische begeleiding in de Haarlemmer Kweektuin uitgevoerd. Aanleiding voor de werkzaamheden was de aanleg van nieuwe nutsvoorzieningen voor de huidige gebruikers van de Haarlemmer Kweektuin.

Sleuven in het gras
Over een groot deel van het terrein zijn sleuven voor de nieuwe kabels en buizen gegraven. De kans was zeer groot dat er archeologische sporen zouden worden aangetroffen, aangezien onder het grasveld en de huidige bebouwing een hele voorhof van het kasteel Huis ter Kleef schuil gaat. Van daar dat de werkzaamheden met grote belangstelling werden gevolgd door de archeologen en leden van de AWH.

Voorhof van het kasteel
Van de voorhof is tegenwoordig nauwelijks meer iets te zien in de Haarlemmer Kweektuin, maar tijdens archeologisch onderzoek in de jaren negentig van de vorige eeuw is al een deel van de ommuringen en de bijgebouwen van het kasteel, waaronder het complete poortgebouw blootgelegd. Daarnaast zijn toen enkele delen van de gracht om de voorhof aangesneden. Gezien de omvang van de werkzaamheden voor de nieuwe nutsvoorzieningen was de kans groot om nog onbekende delen van de voorhof aan te treffen. Door de sporen in kaart te brengen krijgen we een completer beeld van de voorhof.

Moesbedden en skeletten
Tijdens de eerste week van de graafwerkzaamheden waren de sporen en vondsten bescheiden. Naast enkele paalsporen, greppel uit de prehistorie, een skelet van een paard en moestuinbedden uit de periode dat het terrein als stadskweektuin in gebruik was, zijn er wat munten aangetroffen. Een bijzonder vondst was een deel van een menselijk, waaronder een incomplete schedel. Het skelet moet nog goed worden onderzocht, maar gemeentelijk archeoloog Sem Peters vermoedt op basis van een nabij het skelet gevonden munt dat het skelet uit de zestiende of zeventiende eeuw dateert.

Grachten en muren
In de tweede week werden zowel een sleuf recht voor de kaatsbaan -de zestiende-eeuwse ‘indoor tennisbaan’ van de heren van Brederode en tegenwoordig huisvesting voor de Yogastudio- als naast de witte nieuwbouw uit de jaren tachtig een sleuf gegraven. In beide sleuven werden stukken van de ommuring van de voorhof aangetroffen, evenals delen van de gracht die om het gehele voorhofterrein heeft gelegen. Naast scherven keramiek uit de zestiende en zeventiende eeuw zijn er enkele interessante voorwerpen van metaal gevonden. Zo is een van de metalen voorwerpen waarschijnlijk een wapen in de vorm van een hellebaard, een soort piek op een lans. Een ander intrigerend voorwerp is een klein bakje van loodtin met tekst (VENEZIA) en decoratie. Mogelijk gaat het om een relikwieëndoosje.

Uitwerken
De komende twee jaar worden alle sporen en vondseten door de archeologen van BAAC in detail uitwerkt en volgt een rapportage. De verwachting is dat het beeld van de voorhof dankzij de archeologische begeleiding van de aanleg van de nieuwe nutsvoorzieningen binnenkort een stuk completer zal worden!

Media
Artikel Haarlems Dagblad (2 februari 2018)
Filmpje RTV Noord-Holland (2 februari 2018)

Lezing: Goud aan de Grote Markt over de opgraving Grote Markt 16

Maandag 22 januari organiseren wij samen met het Archeologisch Museum Haarlem een lezing over de opgraving aan de Grote Markt 16 (1990-1991). Sprekers zijn Theo Nieuwenhuizen en Gert Kats (beiden lid van de Archeologische Werkgroep Haarlem) en destijds betrokken bij het onderzoek.

Tijdens de lezing komt het onderzoek en de vondsten uitgebreid aan bod: hoe verliep de opgraving en wat kan er gezegd worden over de verschillende perioden van bouw en gebruik van het pandje? Wat is er allemaal in de beerputten gevonden en wat vertelt dit over de bewoners en gebruikers van deze plek, die vanaf de 13e eeuw bebouwd is geweest.

Uiteraard is het ook mogelijk om de tentoonstelling te bezoeken.

Toegang gratis. Deuren open om 19:45, lezing begint om 20:00 uur.

Archeologisch Museum Haarlem
Grote Markt 18k
2011 RD Haarlem

2017: een jaar vol Haarlemse archeologie!

De eerste excursie voor 2018 staat in de steigers en er wordt al volop gepland voor komende graafwerkzaamheden. Daarnaast gaan we natuurlijk enthousiast voort met het puzzelen en onderzoeken van de vele scherven uit de gracht van kasteel Huis ter Kleef etc. Maar graag kijken we nog even achterom, want 2017 weer een topjaar voor de Haarlemse archeologie!

Scherven en gruis
Op de woensdagavonden werd met veel geduld gepuzzeld aan de vele duizenden scherven uit de westgracht van het kasteel Huis ter Kleef. Uit de scherven herrees vooral keukengerei in de vorm van kookpotten, vetvangers en koekenpannen. De vele voorwerpen werden aansluitend gefotografeerd en getekend. Daarnaast werd -samen met vrijwilligers van het Archeologisch Museum Haarlem- op woensdagochtend trouw het gruis uit de gracht van het kasteel uitgezocht, waarbij naast schubben, botjes en pitten ook nestels, pleisterwerk, knoopjes en zelfs een stukje textiel werden gevonden.

Boren
Samen met gemeentelijk archeoloog Sem is de ondergrond van het kasteel Huis ter Kleef door middel van grondboringen uitgebreid in kaart gebracht. Naast delen van de grachten die om de verdwenen voorhof hebben gelegen, werd ook een akkerlaag uit de prehistorie gevonden. Daarnaast kon de omvang van de kasteelgracht worden vastgesteld.

Meegraven
Na de ontdekking van de stadsmuur aan de Kinderhuisvest is de bijbehorende stadsgracht door een archeologisch bureau onderzocht. Diverse AWH-leden hebben daarbij enthousiast kunnen meehelpen. In de vulling van de stadsgracht zijn veel scherven keramiek uit de zeventiende eeuw opgegraven. Daarnaast hebben enkele leden meegeholpen bij het onderzoek van archeologisch bureau RAAP in de Waalse kerk in Haarlem. In het zand onder de vloer vond een van de AWH-leden met de metaaldetector maar liefst 45 munten. Deze munten dateren van circa 1520 tot eind negentiende eeuw. Tot slot werd AWH-lid en lokale deskundige Theo een archeologische begeleiding uit op de locatie Vijverpark in Overveen. Op dit terrein was in de twintigste eeuw het Marine hospitaal gevestigd en van de 17e eeuw tot 1900 stond hier blekerij Vreugdenberg.

Opgraving Haarlemse Beek
Tijdens de Nationale Archeologiedagen werd onder grote belangstelling van het publiek en de media de Haarlemse beek achter het Haarlemse stadhuis opgegraven. Onder leiding van het team van Bureau Archeologie Haarlem hebben de AWH-leden enthousiast geholpen om de overkluizing van de Haarlemse Beek bloot te leggen. Daarnaast werd de onderste trede van de Vredestempel weer in het zicht gebracht.

Lezingen en rondleidingen
Naast de archeologische werkzaamheden worden de ontdekkingen ook graag gedeeld met het publiek. Zo werden er tijdens de Haarlemse Dag van de Architectuur en de Open Monumentendag diverse rondleidingen in de Haarlemmer Kweektuin gehouden, waarbij de verdwenen grachten, de voorhof en het kasteel werden toegelicht. Voor de leden van de Historische Vereniging Haerlem werd samen met gemeentelijk archeoloog Sem een lezing in de Haarlemmer Kweektuin gegeven, waarbij de opgravingen uit begin jaren negentig en het booronderzoek van 2017 en de bouwhistorie van de Kaatsbaan werden belicht. Tijdens het Rondje Bakenes werden in de Bakenesserkerk diverse speedlezingen over de AWN-opgraving Krom 29-39 gehouden, waarbij het publiek in een kwartier werd bijgepraat over middeleeuwse ophogingslagen, beerputten uit voorbije eeuwen en tal van leuke vondsten.

Communicatie
Via de AWH-website zijn regelmatig nieuwtjes, activiteiten en vondsten van de maand (10 stuks) met het publiek gedeeld. Nieuw dit jaar was een eigen AWH Facebook-pagina. In totaal zijn er 105 (!) berichten in een jaar tijd geplaatst. De berichten worden zeer goed bezocht.

Excursies
In het kader van de eigen kennisontwikkeling reisden de AWH-leden ook een paar keer terug in de tijd. Zo werden de ruïne van Slot Teylingen in Sassenheim en het Huis van Hilde in Castricum bezocht. In Haarlem werd tot slot deelgenomen aan de Pottenbakkers-rondleiding van het Gilde, waarbij diverse locaties werden bezocht waar Haarlemse pottenbakkers hadden gewoond en gewerkt.

Kortom, 2017 was een schitterende jaar vol archeologie! Dank aan het team van Bureau Archeologie Haarlem en de vrijwilligers van het Archeologisch Museum Haarlem voor de fijne samenwerking. We maken van 2018 samen weer zo’n mooi jaar voor de Haarlemse archeologie!

 

In memoriam Jan Van Rijsbergen

Onze nestor is niet meer. Op 27 december is AWH-lid Jan van Rijsbergen op 82-jarige leeftijd overleden. Jan was sinds 1984 lid en heeft zich jarenlang met veel plezier voor zijn ‘club’ ingezet. Als geen ander kon hij uit een berg scherven weer een prachtige pot restaureren. Daarnaast was hij hofleverancier van opgraafkleding en rollen pakpapier van zijn zaak Smit & Van Rijsbergen, waarop wij de scherven van vele opgravingen uitgelegden en onderzochten. Logistiek stond Jan ook zijn mannetje. Zo fungeerde zijn grote Chrysler tijdens de opgraving van het kasteel Huis ter Kleef jarenlang als transportwagen voor de vele honderden kilo’s vondsten en opgraafspullen. Maar bovenal was Jan een gezellig en sociaal lid. Tijdens de winterdagen zorgde hij steevast voor warme soep op de opgraving en ’s zomers nam hij regelmatig voor iedereen haring mee. De laatste jaren wilde zijn geest nog wel maar begon het lichaam te sputteren. Toch bleef Jan tot voor kort trouw de werkavonden bezoeken. Nu is het echt voorbij. Jan, we zullen je missen.

Onze gedachten gaan uit naar de familie, vrienden en kennissen.

Erik Weber, voorzitter AWH

Handwerk!

In deze rubriek wordt elke maand kort en krachtig een bijzonder, apart of juist heel gewoon opgegraven voorwerp belicht. Deze maand betreft het een plavuis met een handafdruk.

Momenteel is in het Archeologisch Museum Haarlem de fraaie tentoonstelling Schat in de stad te zien over de opgraving van het pand Grote Markt 16, het huidige smalle entreegebouw van de Verweyhal. De opgraving is begin jaren negentig door eden van de Archeologische Werkgroep Haarlem uitgevoerd. In de tentoonstelling wordt aan de hand van de vele vondsten het verhaal van de bewoners en gebruikers van Grote Markt 16 verteld. De locatie is al sinds de middeleeuwen bewoond. Uit een van de oudste beerputten is namelijk een gave middeleeuwse kookpot, een zogenaamde grape aangetroffen. Uit latere perioden zijn ook opmerkelijke vondsten gedaan, zoals een uitgebreid servies met kopjes en pijpenkoppen uit de tijd dat het pand als koffiehuis werd gebruikt. Uit deze periode stamt ook de bijzondere vondst van enkele sieraden in een van de beerputten.

Bouwmateriaal
Naast alle in het oog springende vondsten zijn er ook diverse voorwerpen opgegraven die een stuk minder spectaculair ogen, zoals bouwmateriaal in de vorm van bakstenen en plavuizen. Tijdens de uitwerking van de vele vondsten werd tussen al het bouwmateriaal een bijzondere vondst gedaan. Op twee plavuizen werd namelijk aan de achterzijde een handafdruk in tinglazuur aangetroffen. Op deze manier komt het verleden in ene wel heel dichtbij!

Handafdruk
De handafdruk aan de achterzijde van de plavuisjes geeft ons een inkijkje in het productieproces van dergelijke plavuizen. De plavuizen werden, nadat ze waren gebakken, voorzien van een laagje witte tinglazuur, het zogenaamde kwaarten. Dit glazuur was vrij kostbaar, vandaar dat de plavuizen alleen aan de zichtzijde van een laag witte tinglazuur werden voorzien. De plavuis werd in één hand schuin gehouden waardoor het overtollige glazuur er vanaf kon druipen en kon worden opgevangen. Dit moet ook zo met de plavuizen van de Grote Markt 16 zijn gebeurd. De maker had echter vuile handen gekregen en heeft hierdoor zijn eigen handafdruk achtergelaten. Ook aan de zijkant van een van de plavuizen zijn nog vingerafdrukken zichtbaar. Deze plavuisjes zijn omstreeks 1400 – 1450 te dateren.

Tentoonstelling
Wie de plavuizen en de vele andere spannende vondsten van de opgraving Grote Markt 16 wil zien, moet zeker even een bezoekje aan het Archeologisch Museum Haarlem brengen. Ideaal voor de kerstvakantie!

De helm van Duinrust

In deze rubriek wordt elke maand kort en krachtig een bijzonder, apart of juist heel gewoon opgegraven voorwerp belicht. Deze maand betreft het een Duitse helm uit de tweede wereldoorlog.

In augustus 1994 verwoestte een grote brand het leegstaande voormalige Marine Hospitaal in Overveen. De restanten van het pand zijn nadien afgebroken om plaats te maken voor woningen en een parkeergarage van Résidence Vijverpark. De graafwerkzaamheden zijn door lokale deskundige Theo Nieuwenhuizen begeleid. Tijdens de werkzaamheden konden diverse funderingen van gebouwen van de blekerij Vreugdenberg (17e eeuw tot 1900) worden gedocumenteerd. Ook werd een waterput van Huize Duinrust gevonden, een rusthuis uit 1908 voor welgestelde ouden van dagen. Een van de markante vondsten betreft een Duitse helm uit de tweede wereldoorlog.

Kriegsmarine
Gedurende de bezettingsperiode was een onderdeel van de Kriegsmarine, de Duitse zeemacht, in Huize Duinrust gevestigd. Direct na de capitulatie nam de Binnenlandse Strijdkrachten Duinrust over en werd het een noodgevangenis waar tijdelijk gearresteerde NSB-ers in bewaring werden gesteld. De naam veranderde in Bewakingskamp Duinrust. In 1948 kreeg Duinrust ten slotte de functie van Marine Hospitaal.

Helm
De helm van Duinrust is Duits en van het model M40. Het is echter niet helemaal in zandkleur geschilderd, maar is gecamoufleerd waarschijnlijk met een combinatie van zandgeel, groen en roodbruin. Naarmate de oorlog vorderde kwamen gecamoufleerde helmen vaker voor. is gecamoufleerd zijn door diverse legeronderdelen gedragen, waaronder de Waffen SS, Heer, Luftwaffe en de Kriegsmarine. De laatste met name bij de Kustartillerie.

Stempel
Van de helm is zowel de stalen schaal met verfresten als het binnenwerk van leer bewaard gebleven. Het stempel in het binnenwerk is van de maker van het leer, en hoeft niet de maker van de stalen helm als geheel te zijn. Hier staat in het randschrift de naam van de maker, die blijkbaar in BRAUNSCHWEIG gevestigd was. De naams- en plaatsaanduiding geven aan dat de helm in ieder geval van voor 1942 dateert. Hierna werden namelijk alle verwijzingen naar fabrieken en plaatsen vervangen door een zogenaamd Reichsbetriebnummer. De cijfers in het midden van het stempel geven de maat van het binnenwerk en de hoofdmaat aan. Het binnenwerk (M31) was via een aluminium of zinken strip en drie splitpennen aan de stalen helm bevestigd. Aan die strip in ringvorm zaten ook de ogen waarmee de kinriem bevestigd was.

Tekst
Op de helm zijn naast restanten camouflageverf ook letters zichtbaar. De tekst op de voorzijde van de helm is echter niet organiek. Vermoedelijk is de tekst na de bevrijding op de helm geschilderd, bijvoorbeeld als aanduiding van een souvenir of tweede gebruik. Duitse helmen uit de periode 1940-1945 hebben hooguit een of twee transferplaatjes op de zijkant onder het ventilatie gat. Naarmate de oorlog vorderde werden die plaatjes steeds minder gebruikt. De enige uitzondering zijn helmen van hospitaalsoldaten (Sanitäter) waar een of meer rode kruizen in wit vlak op geschilderd zijn. Wat er precies op deze helm staat is niet goed lezen, maar het lijkt alsof er BRANDWEER staat.

 

 

Met dank aan:

Huize Duinrust, St. Lambertus Stichting 9379 [Anoniem], Noord-Hollands Archief / [collectie Braakman], [NL-HlmNHA_55017575]

De laatste afbeelding is een voorbeeld van een gecamoufleerde helm.

Haarlemse Archeologiedag groot succes!

Tijdens de Nationale Archeologiedagen werd op zondag 15 oktober jl. in het Prinsenhof achter het Stadhuis archeologisch onderzoek gedaan door de medewerkers Bureau Archeologie van de gemeente Haarlem en de leden van de Archeologische Werkgroep Haarlem (AWH). Het onderzoek richtte zich op de Vredestempel en de restanten van de Haarlemse Beek. De opgraving was niet alleen archeologisch succesvol. Ook het publiek kwam massaal bij het onderzoek kijken en vragen te stellen. Kortom, een zeer geslaagde Archeologiedag!

Overkluizing en traptrede

Vele handen maakten licht werk. In slechts een dag tijd werden niet alleen de klinkers voor de Vredestempel gerooid, maar werden ook de onderste traptrede van de tempel en werd een gedeelte van de overkluizing van de Haarlemse Beek blootgelegd. Het onderzoek is na de Archeologiedag nog enkele dagen voorgezet. De overkluizing van de Haarlemse Beek werd verder ontgraven. De schoon gepoetste overkluizing was daardoor goed te zien, evenals de latrine-achtige aanbouwsels en de kademuren van de beek. Er werden ook leuke vondsten gedaan, waaronder scherven, lakenloodjes en pijpenkopjes. En uit een beerkuil kwam onder andere een fraai middeleeuws boekslotje van messing tevoorschijn.

Standbeeld
Het raadsel van een plateau van baksteen bovenop de overkluizing van de beek is mogelijk opgelost. Op een oude ansichtkaart is op die plek namelijk het standbeeld te zien van Laurens Janszoon Coster, dat tegenwoordig op de Grote Markt staan. De sporen van de beek werden zorgvuldig ingemeten en getekend. En na een kijkgaatje voor toch net even wat extra informatie ging onherroepelijk het zand weer over de beek. Bij de vredestempel werd daarna nog de hoek bij de ontdekte derde tree in het zicht gebracht en is de ingang naar de beek aan de zijkant van de tempel vrijgemaakt. De opgraving is daarmee afgerond en de spullen zijn opgeruimd. Op naar de uitwerking van alle vergaarde vondsten en gegevens!

Media
Zowel de dagen voorafgaand aan de Archeologiedag als de dagen daarna was er veel belangstelling van de pers voor het onderzoek. Zo verschenen in het Haarlems Dagblad twee uitgebreide rapportages, stonden we in diverse huis aan huisbladen en was er een item op de Haarlemse zender 023TVonline in de vorm van een uitgebreid verslag van de opgraving bij de Vredestempel en de Haarlemse beek. Wie nog even wil nagenieten van de Archeologiedag op zondag 15 oktober kan hier het filmpje bekijken.