De Boombuis van Bloemendaal

In deze rubriek wordt elke maand kort en krachtig een bijzonder, apart of juist heel gewoon opgegraven voorwerp belicht. Deze maand betreft het een houten boombuis.

Begin 2021 werd gestart met de herinrichting van de woonwijk Veen en Duin in Bloemendaal. Daarbij werd het bestaande riool in deze woonwijk vervangen door een gescheiden stelsel. Het schone regenwater wordt daarbij afzonderlijk van het rioolwater opgevangen en afgevoerd naar de nieuwe waterpartij, die als waterberging dient. De omvangrijke graafwerkzaamheden ten behoeve van de waterpartij werden archeologisch begeleid door Theo Nieuwenhuizen van de Archeologische Werkgroep Haarlem e.o. De boombuis is in 2023 voor conservering door restauratieatelier Restaura in Heerlen behandeld en aansluitend in het Provinciaal Depot in Castricum – Huis van Hilde – ondergebracht.

De aangelegde waterpartij als bergbassin voor schoon regenwater en ter regulering van de lokale waterhuishouding.

Doorboorde boomstam
Tijdens deze graafwerkzaamheden werd een boomstam gevonden. Uit onderzoek op de kant bleek de boomstam doorboord te zijn. Aan het uiteinde was de doorboorde boomstam voorzien van een taps toelopende houten afsluitstop, met aan de zijkant een pin als handgreep.

Blekerijen
Historisch kaartmateriaal uit 1599 wees uit dat op de vondstlocatie destijds een aantal blekerijen waren gevestigd. De uitgeholde boomstam heeft gediend als een aanvoerbuis waarmee helder kwelwater voor de blekerijen. De vele blekerijen die vanaf de zeventiende eeuw rond Bloemendaal en omgeving zijn gevestigd, waren voor het bleekproces namelijk afhankelijk van schoon (duin)water. Dit schone water werd vaak in dichte houten goten ondergronds naar de gewenste locatie gevoerd. Als variant hierop werd kennelijk ook stelsels van aaneengekoppelde holle boomstammen toegepast, die het benodigde water langs de verschillende productiegangen van de blekerij leidde. In dit geval betrof het een uitgeholde boomstam die als transportbuis fungeerde voor de blekerij van Jan Arijansz.

Fragment uit de kaart van Adrian Ockersz uit 1599 destijds in 1954 geprojecteerd op de toenmalige kadastrale kaart. De rode stip op deze kaart geeft de locatie aan van de tijdens de ontgraving aangetroffen boombuis.

Merkteken
Nader onderzoek van de boomstam leerde dat aan de buitenzijde het romeinse getal XXXI (= 31) als merkteken staat gekerfd. Hoogstwaarschijnlijk bepaalde het aangebrachte merkteken de volgorde van de aaneengesloten boomstammen. Met de taps toelopende stop kon de toevoer van het water uit de duinen tijdelijk worden geblokkeerd, waardoor een buffer van helder duinwater werd gecreëerd. De bijbehorende pin of stok zorgde voor meer grip bij het verwijderen van de geplaatste stop.

Detail van het op de boomstam aangebrachte merkteken XXXI.

Schulpboor
Bij eerdere rioleringswerkzaamheden in de omgeving werd door Theo Nieuwenhuizen in 2008 een ijzeren voorwerp in de afgegraven grond aangetroffen. Het bleek hier om een nagenoeg gaaf bewaard gebleven schulpboor te gaan. Beide vindplaatsen liggen hemelsbreed slechts driehonderd meter van elkaar verwijderd. Dit maakt het aannemelijk dat de boombuis ter plekke is vervaardigd.

Ijzeren schulpboor voor het uitboren van boomstammen, gevonden in 2008.

Lees meer over de schulpboor van Bloemendaal in onze Vondst van de Maand.

De kachel van hofstede Sparrenheuvel

In deze rubriek wordt elke maand kort en krachtig een bijzonder, apart of juist heel gewoon opgegraven voorwerp belicht. Deze maand betreft het een bijzondere witte tegel van een kacheloven.

Faience decoratie profiel

Op de huidige locatie van het tegenwoordige Sparrenheuvel in Bloemendaal had in 1599 Gerrit Dircky Slinck een blekerij en een werf, genaamd De Mol. In 1639 vindt er een verkoop plaats op deze plek van een huis en blekerij aan Jan Suijerlant. In 1739 bouwde Johan Scheerenbergh uit Amsterdam de eerste fase van de op dat moment naamloze hofstede, tegenwoordig het middelste gedeelte van het huidige Sparrenheuvel. De beschrijving van het geheel in 1739 was als volgt: een seekere hofsteede, omvatte een heerenhuis, stallen en een koetshuis.

Toen mr. Willem Munter en Wendela Eleanore ten Hove in 1775 de hofstede kochten, gaven zij de hofstede naam Sparrenheuvel.  Tussen 1822 en 1847 waren herenhuis en tuin in bezit van de Amsterdamse Willem Hendrik Backer. Meteen na deze koop gaf Backer in 1825 opdracht aan architect en stedenbouwkundige Jan David Zocher jr. voor het uitbreiden van de hofstede met een aanbouw, haaks op het bestaande huis. Zocher ontwierp de neoclassicistische gevel met zuilen, die nog altijd kenmerkend is voor Sparrenheuvel.

In 1849 verkavelde men de hofstede. In 1868 werd het huis verkocht aan de Amsterdamse Ewald Bispinck. In 1836 had Ewald Bispinck, afstammeling van een Duits aristocratisch rooms-katholiek geslacht, zich in Amsterdam gevestigd. Hij huwde in 1848 met Anastasia Kundert en werd medefirmant in de firma Bispinck & Kundert. Ze woonden op het Rokin in Amsterdam. In 1875 besloot hij een eigen fabriek te beginnen. Deze kwam te staan op de zuidwesthoek van Sparrenheuvel, aan de Korte Kleverlaan en was bedoeld voor het verven, bleken en winden van garens. In 1899 werd de fabriek gesloten vanwege te hoge concurrentie met Engeland. Tot 1890 gebruikten de Bispincks Sparrenheuvel enkel als buitenplaats, vanaf dat jaar echter ging men er permanent wonen. Ewald Bispinck overleed in 23 april 1895 en liet de hofstede na aan zijn kinderen. Nadat in 1936 de laatste telg uit het geslacht Bispinck komt te overlijden werd Sparrenheuvel niet meer bewoond. Hofstede Sparrenheuvel kwam in 1936 in eigendom van De Bispinck Stichting. In 1942 werd tijdens de oorlog het huis door de bezetters gevorderd. Aan het eind van deze bezetting bleken alle meubels en kunstvoorwerpen gestolen te zijn. Het huis was uitgewoond en leeggeroofd. In 1972 verkoopt De Bispinck Stichting Sparrenheuvel aan Henk Moed die het in 1976 verkoopt aan de huidige eigenaar die er een makelaardij en kantoren in vestigt.

Archeologisch begeleiding
In 1990 vonden er graafwerkzaamheden aan de zuidoostzijde van Sparrenheuvel plaats. Deze waren noodzakelijk in verband met nieuwbouw van het Bispinckpark op deze plek. De  graafwerkzaamheden werden deze archeologisch begeleid door Theo Nieuwenhuizen, lid van de Archeologische Werkgroep Haarlem e.o.. Tijdens deze begeleiding werden de verschillende houten afvoergoten uit de blekersperiode gevonden en gedocumenteerd.

Kachelfragment
Een bijzondere vondst was een wit kachelfragment die in de voormalige vijver achter het pand werd gevonden. Het betreft een decoratief profiel van faience. Faience is aardewerk, gemaakt van witbakkend klei met een laag witte tinglazuur. Bijzonder is de decoratie in de vorm van een zogenaamde eierlijst. Een eierlijst is een decoratief profiel in de vorm van een reeks eivormige figuren, meestal afgewisseld met pijlpunt of tong. Eierlijsten werden vaak toegepast in de Griekse en Romeinse bouwkunst, vooral bij Ionische kapitelen, en later in de renaissance. Een leuk detail over deze kacheltegel is een historisch gegeven over het interieur van het pand.Maria Nieuwenhuys-Lindner (1912-2008) verbleef als kind vaak bij haar oudooms en – tantes op Sparrenheuvel. In een brief aan haar kleindochter beschrijft ze de kachel waarvan deze tegel deel uitmaakte als een ‘ prachtige, witte hoge vierkante porselein kachel ‘. Deze stond in de biljartkamer, de grote kamer aan het einde van de gang, recht tegenover de ingang.

Warmtebron
Tegelkachels zijn ontstaan in Centraal Europa in de 12de en 13de eeuw. Later verbreidde het gebruik ervan zich uit over Noordwest-Europa. In de Middeleeuwen verwarmde men zich in de meeste huizen bij een open vuur op de vloer of in de wandschouw. Daarnaast kwam ook een gesloten warmtebron, de uit tegels van aardewerk gemetselde kachel in gebruik. De voordelen van de tegelkachel waren: afwezigheid van hinderlijke rook, een gelijkmatiger verspreiding van de warmte en een economischer brandstofverbruik. Maar daar hing dan wel een prijskaartje aan, want de vervaardiging was heel duur. Daarom treffen we ze in de 12de en 13de eeuw vooral aan in adellijke behuizingen. Behalve in adellijke woongebouwen zoals burchten en kastelen, zijn ook resten van tegelkachels in abdijen, herenhuizen, en in belangrijke stedelijke en openbare gebouwen gevonden.

Een tegelkachel

Vuurkets!

In deze rubriek wordt elke maand kort en krachtig een bijzonder, apart of juist heel gewoon opgegraven voorwerp belicht. Deze maand betreft het een vuurkets.

Een vuurkets is onderdeel van het afvuurmechanisme van geweren en pistolen uit de tijd dat er nog met los zwart kruit en losse ronde kogels werd geschoten. Een vuurkets is een plat vierkant gehakt stukje vuursteen van enkele centimeters groot, dat werd vastgeklemd in de ‘haan’ van het afvuurmechanisme. Na het overhalen van de trekker klapte de haan met vuurkets naar voren en zorgde de vuurkets voor een vonk, waardoor het kruit dat kort tevoren op de ‘pan’ was gestrooid en in de loop was gedaan, ontvlamde en de kogel uit de loop werd gestuwd. Het gezegde ‘de vlam in de pan’ komt dan ook hier vandaan. Geweren en pistolen met vuuretsen werden van de zestiende tot en met de negentiende eeuw gebruikt.

Van links naar rechts: zwarte vuurkets uit Engeland en crèmekleurige vuurkets uit Frankrijk.

Vuursteenindustrie
Vuurketsen werden gemaakt van vuursteen dat voorkomt in zogenaamde vuursteenknollen. Voor het vervaardigen van de vuurketsen voor geweren en pistolen werden eerst lange stukken – de zogenaamde klingen van een vuursteenknol afgeslagen. Uit deze klingen werden dan meerdere vuurketsen gemaakt. Er bestond een speciale vuursteenindustrie om aan de vraag naar vuurketsen te voldoen want ze sleten snel. In de vuursteenindustrie werkten vaak hele gezinnen. Vooral de oorlogen van Napoleon Bonaparte hebben deze industrie een impuls gegeven. Vrijwel alle soldaten, hetzij bondgenoten of vijanden, maakten toen gebruik van vuursteenwapens.

Het vuursteenslot op spanning,

Herkomst
In de loop van de eeuwen zijn vele miljoenen van vuurketsen gemaakt, gebruikt en soms ook verloren. Het is dan niet verwonderlijk dat we vuurketsen zo nu en dan vinden bij opgravingen. Het aardige is dat we aan de kleur van het gebruikte vuursteen vaak kunnen zien door welke landen en legers ze werden gebruikt. Zijn de vuurketsen grijszwart tot zwart van kleur dan zijn ze afkomstig uit Engeland, uit Brandon in het graafschap Suffolk. De gele tot crèmekleurige ketsen staan ze bekend onder de naam van silex blond de Berry. Berry is een voormalige Franse provincie in het huidige departement Loir-et-Cher.

Voorbeeld van een pistool met snaphaan en vuurkets en daarnaast enkele losse vuurketsen.   

Verwarring
Een enkele maal worden de vuurketsen aangezien voor vuursteen werktuigen uit de prehistorie, vanwege de vorm die soms overeenkomt.

Kerstpakket!

In de rubriek ‘Vondst van de maand’ wordt kort en krachtig een bijzonder, apart of juist heel gewoon opgegraven voorwerp belicht. Deze maand betreft het geen bodemvondst maar een doos van -jawel- een kerstpakket.

Tegenwoordig liggen alle opgegraven scherven keurig opgeslagen in professionele kratten in het gemeentelijk depot. Maar in de prille jaren van de Haarlemse archeologie werden door de AWH -nog voor de intrede van de inmiddels ook klassieke bruine kartonnen ROB-dozen- uiteenlopende doosjes en verpakkingen gebruikt. Een wel zeer bijzondere ‘vintage’ verpakking voor de vondsten is deze prachtige doos van een heus kerstpakket. Superleuk natuurlijk!! Het kerstpakket was voor medewerkers van de firma Cementbouw N.V. en dateert uit de jaren zestig van de vorige eeuw. Vermoedelijk was een van de vroegere leden werkzaam bij dit bedrijf en is de doos na de feestdagen niet weggegooid, maar duurzaam hergebruikt. 

Bezoek de Nationale Archeologiedag in Haarlem op zaterdag 17 juni 2023

Op de plek van de Haarlemmer Kweektuin stond ooit een imposant kasteel: Huis ter Kleef . Het is gebouwd in de 13e eeuw en heeft adellijke bewoners gehad, zoals de familie Van Cleeff en de Van Brederodes. Het kasteel kende spannende tijden met ontvoeringen, hagenpreken, feesten en partijen en een inname door Spaanse soldaten.

Dit jaar herdenken we 450 jaar ruïne, in het jaar 1573 werd het kasteel door de Spaanse belegeraars grotendeels verwoest. Nu zie je er niet veel meer van terug dan een ruïne. Op zaterdag 17 juni wordt de geschiedenis van het kasteel weer tot leven gewekt!

Kom langs tijdens de Archeologiedag bij (voormalig) Huis ter Kleef in de Haarlemmer Kweektuin. Zaterdag 17 juni van 10.00 -16.00 uur zijn hier tal van activiteiten voor jong en oud. Op dit moment wordt er ook nog volop gewerkt door de archeologen van de gemeente Haarlem en de leden van de AWH aan de publicatie van de onderzoeksresultaten van de opgravingen die bij Huis ter Kleef plaatsvonden. Tijdens het archeologieweekend zijn er lezingen waar meer over het onderzoek en de resultaten wordt gedeeld. Ook is er een kleine expositie te zien waarbij de resten van dierlijk botmateriaal centraal staan. Zo wordt er aandacht geschonken aan wat er allemaal gegeten werd door de bewoners van Huis ter Kleef.

Op zaterdag 17 juni worden er diverse (gratis) activiteiten voor jong en oud georganiseerd. Een greep uit het programma:

  • Korte lezingen over de historie en archeologische onderzoeken bij Huis ter Kleef
  • Rondleidingen over het voormalig kasteelterrein
  • Workshops uitzoeken van vulling uit de kasteelgracht, dierenbotten onderzoek of bouw je eigen kasteel
  • Knutselactiviteit en speurtocht voor kinderen
  • Verhalenvertellers
  • Kookworkshop historisch koken voor jong en oud (op inschrijving)
  • Mini expo met onder andere  dierenbotten van Huis ter Kleef. Wat stond er op het menu bij de bewoners?

Wij werken samen met de Stichting Haarlemmer KweektuinNME Natuur en Milieueducatie, de collega’s van Team Archeologie en het Archeologische Museum Haarlem (Gemeente Haarlem) aan een mooi programma voor de Archeologiedag!

Locatie Archeologiedag: Haarlemmer Kweektuin, Kleverlaan 9 in Haarlem.

De Archeologiedagen op 16, 17 en 18 juni brengen het verleden tot leven met honderden activiteiten door het hele land. Ga underground bij de archeoloog en ontdek jouw geschiedenis!

Beleef archeologie in Haarlem tijdens de Nationale Archeologiedagen!

Tijdens de Nationale Archeologiedagen op zaterdag 14 en zondag 15 oktober is in Haarlem ook van alles te beleven op archeologisch gebied. Op zaterdag 14 oktober geeft een archeoloog in het Archeologisch Museum Haarlem uitleg over de opgraving van de Eksterlaan. Op zondag is er een middeleeuwse dag in het museum en wordt in het Prinsenhof onderzoek gedaan naar de Haarlemse Beek. Het publiek is van harte welkom om bij het onderzoek te komen kijken en vragen te stellen. De activiteiten worden op beide dagen van 11:00 tot 17:00 uur gehouden.

Onderzoek Haarlemse Beek
Archeologen van Bureau Archeologie starten op zondag 15 oktober met het (vervolg)onderzoek naar de Haarlemse beek. Dit onderzoek voeren zij uit samen met de vrijwilligers van de Archeologische Werkgroep Haarlem e.o. Tijdens dit onderzoek wordt het overkluisde deel van de Beek blootgelegd op de locatie ‘ Prinsenhof’, achter het Stadhuis van Haarlem, tegenover het Stedelijk Gymnasium. De oude Beek stroomde (grotendeels overkluisd) onder het centrum van Haarlem door om uit te monden in het Spaarne. In de vijftiende eeuw zijn delen van de beek overkluisd. De overkluizing in het Prinsenhof lijkt echter, gezien het gebruikte type bakstenen, uit de zeventiende eeuw te stammen. Het Prinsenhof ligt aan de Jacobijnenstraat.

Middeleeuwse dag
Op zondag 15 oktober organiseert het Archeologisch Museum Haarlem een middeleeuwse dag in het teken van ‘beleef de middeleeuwen met Cornelis’. Een verhalenvertelster vertelt spannende verhalen over Cornelis, de middeleeuwer die in 2012 onder de Botermarkt is gevonden en die als reconstructie weer in het museum tot leven is gebracht. Er zijn ook verschillende middeleeuwse spelletjes en knutselactiviteiten. Het Archeologisch Museum Haarlem ligt aan de Grote Markt 18k.

Vondsten van de Eksterlaan
Wie meer wil weten over het onderzoek van de Eksterlaan en de resultaten hiervan kan op zaterdag 14 oktober in het Archeologisch Museum Haarlem terecht. Dan zijn er vondsten te zien, vers van het onderzoek, en komt een archeoloog vertellen over de prehistorie en middeleeuwse ontdekkingen die daar gedaan zijn. Het Archeologisch Museum Haarlem ligt aan de Grote Markt 18k.

Meer archeologie?
Kijk op www.archeologiedagen.nl voor een compleet overzicht van alle landelijke activiteiten die tijdens de Archeologiedagen worden uitgevoerd.

 

Stoer staal en glanzend goud

 

DSC00070 DSC09956

 

 

 

 

 

Je kunt je van alles proberen voor te stellen bij een beschrijving van een middeleeuwse gouden broche belegd met rode mineralen rondom een byzantijnse munt. Of hoe een hofstede er in 1737 uitzag op basis van een vervagende oude prent. Niets benadert toch de verwondering en beleving van het daadwerkelijk van dichtbij zien van de broche of in de gierende wind van het uitzicht op het Friese platteland genieten op een nagebouwde stalen kasteelreconstructie.

En daarom moet je soms achter je scherven en van je werkplek vandaan. Om geïnspireerd en aantrekkelijk geprikkeld te worden en ook omdat het gewoon erg leuk is.

 

DSC09930

De leden van de AWH trokken over de afsluitdijk naar Leeuwarden en Bears. In het Fries museum werd uitgebreid en vol bewondering voor het ambacht en de kunst  naar alle gouden sieraden en voorwerpen gekeken. En natuurlijk ook besproken en aangevuld met alle kennis die we al hebben. En zou er nu toch ook niet zoiets in Haarlem gevonden kunnen worden ?

Later in de middag bezochten we Uniastate in Bears. Daar is in staal een een-op-een kopie neergezet van een hofstede die er ooit stond. Het is een kunstproject als onderdeel van een landschapsplan voor de gehele omgeving. Het is een verrassend simpele en subtiele manier van visualiseren van wat er ooit was en toch wel tof is om nu nog te kunnen zien, en dat zonder de geschiedenis over te doen.

En deze belevenis leverde op de terugweg de wildste ideeën op voor eenzelfde constructie om het verloren Huis ter Kleef weer tot leven te wekken onder de huidige bedekking van planten en struiken vandaan. Dat zou toch wel erg leuk en mooi wezen, maar eens beginnen met sparen……..

IMG_7918

Archeologen in de dop!

IMG_8845Afgelopen weken hebben meer dan 700 leerlingen van basisschool ter Cleeff in het kader van het jaarlijkse project kust en cultuur zich in de Haarlemse archeologie verdiept. Samen met het Archeologisch Museum Haarlem hielp de Archeologische Werkgroep Haarlem (AWH) uiteraard enthousiast een handje mee. Want wat is er nou leuker om de passie voor archeologie bij kinderen aan te wakkeren!

Film, vondsten en vitrine
90 klev v 0669Voor de start van het archeologie-project werd door de juffen en enkele kinderen in het diepste geheim een leuke film gemaakt. Naast allerlei graafgereedschap als scheppen en troffels had de AWH ook enkele echte vondsten beschikbaar gesteld, waaronder niet alleen scherven maar ook een echte gave jacobakan van het kasteel Huis ter Kleef. Deze jacobakan speelde vervolgens een belangrijke rol tijdens het project. Naast de rekwisieten voor de film leverde de AWH echte middeleeuwse kookpotjes, kannetjes, borden en kinderspeelgoed –opgegraven op Huis ter Kleef- voor de inrichting van een vitrine. Daarnaast werd met opgraafspullen en gereedschap een heuse pop-up opgraving in de hal van de school ingericht. Alle kinderen konden zo goed zien hoe een opgraving er uit ziet.

Aan de slag
Naast een bezoek aan het Archeologisch Museum Haarlem kwamen alle groepen 7 en 8 12986966_837449579693361_8223224197232589806_nvan de school voor speciale archeo-lessen naar de werkruimte van de AWH. De leerlingen konden zo zien hoe na een opgraving alle vondsten worden onderzocht en beschreven. De rijen tafels vol met scherven maakten indruk! Enthousiaste AWH-leden hadden met de conservator van het Archeologisch Museum Haarlem een leuk programma samengesteld. Zo kregen de leerlingen eerst een presentatie over de opgraving van het kasteel Huis ter Kleef in de Haarlemmer Kweektuin en konden ze daarna zelf als archeoloog aan de slag.

Puzzelen en uitpluizen
12512235_837449559693363_4490598193579538658_nZo werden scherven nagetekend, kon er gruis uit de gracht worden uitgeplozen en werden scherven deskundig door de leerlingen gedateerd. En tijdens de laatste dag van het archeologie-project was een van de AWH-archeologen op school om vragen van alle leerlingen, ouders en opa’s en oma’s te beantwoorden. Maar liefst 150 leerlingen van groep 7 en 8 hebben zo kennis gemaakt met de fascinerende wereld van de archeologie. Over enkele jaren zien we ze graag weer terug om als AWH-lid mee te helpen aan het opgraven en ontrafelen van de geschiedenis van Haarlem!

Scherven, scherven en nog eens scherven…

Afgelopen september werd met veel enthousiasme een nieuwe lading scherven keramiekDSC08908 uit de slotgracht van kasteel Huis ter Kleef voor onderzoek uit het depot gehaald. Hiermee is de laatste fase van de uitwerking van de slotgracht ingeluid. De vele honderden kilo’s scherven uit de westgracht van het kasteel zijn inmiddels uitgepakt en zorgvuldig per keramieksoort op de uitwerktafels uitgestald. Inmiddels wordt er volop gepuzzeld en gaan de scherven beetje bij beetje hun boeiende verhaal prijsgeven. Al met al de hoogste tijd voor een tussenstand.

Keuken
De scherven keramiek zijn in de periode 1990-1994 in de slotgracht direct naast de DSC08918vermoedelijke keuken van het kasteel opgegraven. De verwachtingen van de AWH-leden waren zodoende hooggespannen. Er komt uit dit grachtdeel niet alleen zeer veel vondstmateriaal, maar het zou vooral om keukengerei kunnen gaan, waaronder kookpotten, bakpannen en zogenaamde vetvangers. Dit beeld werd tijdens het uitleggen van de vele scherven al bevestigd. De scherven van kookpotten en bakpannen bleken zeer talrijk, evenals scherven van kommen en schalen. Vrijwel allemaal van het kenmerkende roodbakkende aardewerk.

Puzzelen
De vele scherven zijn de afgelopen maanden zorgvuldig bekeken en aan elkaar gepast. DSC08980Hierdoor groeide uit de vele losse scherven spontaan allerlei vormen van kookpotten, bakpannen, kommen etc. Soms ging het snel, maar meestal kostte het wat tijd voor er wat aan elkaar paste. Opvallend is dat van veel voorwerpen maar voor een deel compleet konden worden gepuzzeld. De overige scherven lijken vooralsnog te ontbreken. Mogelijk bevinden deze scherven zich in de diepere lagen van de westgracht. Deze lagen konden vanwege de enorme hoeveelheid scherven niet tegelijk worden uitgelegd en worden komend jaar onderzocht. Daarnaast zijn wellicht niet alle scherven van een gebroken voorwerp op dezelfde plaats weggegooid. Zo is uit andere grachtdelen bekend dat er soms scherven uit verschillende delen van het kasteel aan elkaar passen. Interessant, want dit leert ons hoe men het afval soms weggooide.

Oud en nieuw
Tijdens het puzzelen bleek ook dat de westgracht keramiek uit DSC08926verschillende eeuwen bevat. Het kasteel is in 1573 door de Spanjaarden opgeblazen. De meeste keramiek dateert dan ook van voor deze datum. Her en der zijn in de bovenste lagen ook scherven uit latere tijden gevonden, waaronder porselein uit de achttiende eeuw. Op zich niet zo gek want de ruïne werd in latere tijden gebruikt als (bak)steengroeve en plek om te flaneren. De oudste scherven uit de gracht dateren uit de dertiende eeuw. Het zijn niet veel scherven, maar ze tonen wel aan dat het kasteel in die tijd al bestond.

Tafelgerei en sanitair
Naast de vele scherven van typisch keukengerei zijn er ook de nodige scherven van DSC09032voorwerpen met een andere functie gevonden. Dit betreft bijvoorbeeld schenkkannen van steengoed uit verschillende perioden en van verschillende productiecentra. Daarnaast zijn er ook diverse scherven van pispotten aangetroffen. Opmerkelijk want er zijn in het kasteel ook drie privaten (toiletten) met bijbehorende latrinekokers aangetroffen, waar men de behoefte op kon doen. Dergelijke vondsten geven ons een beeld van het gebruik van de verschillende kasteelruimten.

De eerste potten zijn inmiddels bij elkaar gepuzzeld. De komende periode wordt dit voor de vele resterende scherven eveneens gepoogd. De herkenbare modellen worden aansluitend gelijmd, gedateerd, getekend en gefotografeerd voor de catalogus met voorwerpen. Uiteindelijk komt alles in een fraai dik rapport. Maar zover is het nu nog niet… Wordt vervolgd.

DSC09023

De bajonet van Bloemendaal

In deze rubriek wordt elke maand kort en krachtig een bijzonder, apart of juist heel gewoon opgegraven voorwerp belicht. Deze maand betreft het een bajonet.

Op 19 april 2013 werd door enkele leden van de AWH een waterput naast de dorpskerk inBloemendaal-Dorspkerk-w200
Bloemendaal onderzocht. Nadat het water uit de put was gepompt werden diverse voorwerpen op de bodem aangetroffen, waaronder diverse grafvazen, een uitzetroede van een raam, wat stopverf, dakpannen en een deel van een houten putdeksel. Een onverwachte en bijzondere vondst betreft een complete bajonet met leren schede, welke op een smalle richel in de waterput werd aangetroffen.

Raadsel
De vondst van de bajonet stelt de archeologen voor een klein raadsel. Want hoe komt een militair voorwerp netjes op de richel in een waterput, en hoe oud is de bajonet eigenlijk en bajonetvoor wie is de bajonet ooit gemaakt? De bajonet is maar liefst 50 cm lang, waarvan 37 cm het lemmet betreft. Het lemmet was overigens nog vlijmscherp. De houten belegplaatjes op de handgreep waren door het langdurige verblijf in het putwater zacht geworden. Inmiddels zijn ze geconserveerd. Het leer van de schede was echter grotendeels vergaan. Alleen de metalen mondopening en de metalen punt van de schede hebben de tand des tijd overleefd. De waterput is na het onderzoek afgedekt met een fraaie sluitsteen, mogelijk gemaakt door de Vrienden van de Dorpskerk.

Duitse keizer
Onderzoek wijst uit dat het om een Duitse bajonet van het type S98/05 gaat, bedoeld voorkaiser_wilhelm_II-02 het ‘Gewehr 98’. Zo staat op de zijkant van het lemmet het merk Weyersberg, Kirschbaum u. Cie., (WK & C), Solingen en is op de rug van het lemmet de gekroonde W14 te zien, van Wilhelm II van Pruisen (regeerperiode 1888-1918). Wilhelm II was staatshoofd van het Duitse Keizerrijk en het Koninkrijk Pruisen. De bajonet is gemaakt in het jaar 1914. Hoe de bajonet in onze streken en vervolgen in de waterput is beland blijft gissen. Is de bajonet doorgebruik tot in de Tweede Wereldoorlog en tijdens de bezetting zoek geraakt? Of is het wellicht toch kwajongenswerk geweest? De bajonet lijkt in ieder geval zorgvuldig te zijn verborgen in de waterput, met de intentie om hem later nog te kunnen ophalen.

Berendoder
De eerste toepassing van een wapen dat pas later ‘bajonet’ genoemd zou worden, gebeurde in de jacht. Vooral in het dichtbeboste noorden van Spanje joeg men op beren. De beer diende op de juiste plaats geschoten te worden. Een zwaargewonde beer kon de jager doden, aangezien de geweren die men in de 16e en 17e eeuw gebruikte slechts enkelschots waren, en snel herladen onmogelijk was. Men zocht toen naar een reservewapen om zich ook met een ongeladen geweer tegen een berenaanval te kunnen beschermen. Hiervoor plaatste men ‘plugbajonetten’ in de loop, een jachtmes waarvan het handvat uit een stuk hout bestond dat men in de loop stak.

Militaire toepassing
In de 17e eeuw vond dit wapen een nieuwe, ditmaal militaire toepassing. Net als de jagers ng4.8in die tijd hadden ook de legers nog geen snel herlaadbare geweren. Tijdens de tientallen seconden die de schutters nodig hadden om hun geweren klaar te maken voor een nieuw schot waren ze erg kwetsbaar. Aangezien elke schutter standaard nog een zwaard of mes bij zich droeg was een plugbajonet een stap in de juiste richting. Het handvat van een plugbajonet werd zo vormgegeven dat het in de loop van het geweer paste en de schutter dus over een lans kon beschikken indien hij niet genoeg tijd had om zijn geweer te herladen. Nadeel van dit systeem is dat er onmogelijk geschoten kan worden wanneer de loop geblokkeerd wordt door de bajonet.

Verschillende succesvolle, en veel talrijkere mislukte, experimenten volgden tot men de eerste ‘hulsbajonet’ ontwikkeld had. Hierbij plaatste men de bajonet door middel van een soort buis over het voorste gedeelte van de loop, zonder dat het schieten gehinderd werd. De meeste landen maakten echter in de loop van de 19e eeuw de overstap naar de zwaardbajonet. Dit type bajonet was een volwaardig zwaard of mes met handvat en snijdend lemmet dat eveneens op een geweer geplaatst kon worden. Dit is vandaag de dag nog de meest gebruikte soort bajonet en bestaat in alle vormen en maten.DSC07697

 

Met dank aan bajonet.be