Terug naar Huis ter Kleef!

Inmiddels vriest het dat het kraakt, maar de afgelopen twee weken was het prima graafweer. Samen met archeologen van archeologisch bureau BAAC werd onder auspiciën van Team Erfgoed van de gemeente Haarlem een archeologische begeleiding in de Haarlemmer Kweektuin uitgevoerd. Aanleiding voor de werkzaamheden was de aanleg van nieuwe nutsvoorzieningen voor de huidige gebruikers van de Haarlemmer Kweektuin.

Sleuven in het gras
Over een groot deel van het terrein zijn sleuven voor de nieuwe kabels en buizen gegraven. De kans was zeer groot dat er archeologische sporen zouden worden aangetroffen, aangezien onder het grasveld en de huidige bebouwing een hele voorhof van het kasteel Huis ter Kleef schuil gaat. Van daar dat de werkzaamheden met grote belangstelling werden gevolgd door de archeologen en leden van de AWH.

Voorhof van het kasteel
Van de voorhof is tegenwoordig nauwelijks meer iets te zien in de Haarlemmer Kweektuin, maar tijdens archeologisch onderzoek in de jaren negentig van de vorige eeuw is al een deel van de ommuringen en de bijgebouwen van het kasteel, waaronder het complete poortgebouw blootgelegd. Daarnaast zijn toen enkele delen van de gracht om de voorhof aangesneden. Gezien de omvang van de werkzaamheden voor de nieuwe nutsvoorzieningen was de kans groot om nog onbekende delen van de voorhof aan te treffen. Door de sporen in kaart te brengen krijgen we een completer beeld van de voorhof.

Moesbedden en skeletten
Tijdens de eerste week van de graafwerkzaamheden waren de sporen en vondsten bescheiden. Naast enkele paalsporen, greppel uit de prehistorie, een skelet van een paard en moestuinbedden uit de periode dat het terrein als stadskweektuin in gebruik was, zijn er wat munten aangetroffen. Een bijzonder vondst was een deel van een menselijk, waaronder een incomplete schedel. Het skelet moet nog goed worden onderzocht, maar gemeentelijk archeoloog Sem Peters vermoedt op basis van een nabij het skelet gevonden munt dat het skelet uit de zestiende of zeventiende eeuw dateert.

Grachten en muren
In de tweede week werden zowel een sleuf recht voor de kaatsbaan -de zestiende-eeuwse ‘indoor tennisbaan’ van de heren van Brederode en tegenwoordig huisvesting voor de Yogastudio- als naast de witte nieuwbouw uit de jaren tachtig een sleuf gegraven. In beide sleuven werden stukken van de ommuring van de voorhof aangetroffen, evenals delen van de gracht die om het gehele voorhofterrein heeft gelegen. Naast scherven keramiek uit de zestiende en zeventiende eeuw zijn er enkele interessante voorwerpen van metaal gevonden. Zo is een van de metalen voorwerpen waarschijnlijk een wapen in de vorm van een hellebaard, een soort piek op een lans. Een ander intrigerend voorwerp is een klein bakje van loodtin met tekst (VENEZIA) en decoratie. Mogelijk gaat het om een relikwieëndoosje.

Uitwerken
De komende twee jaar worden alle sporen en vondseten door de archeologen van BAAC in detail uitwerkt en volgt een rapportage. De verwachting is dat het beeld van de voorhof dankzij de archeologische begeleiding van de aanleg van de nieuwe nutsvoorzieningen binnenkort een stuk completer zal worden!

Media
Artikel Haarlems Dagblad (2 februari 2018)
Filmpje RTV Noord-Holland (2 februari 2018)

Lezing: Goud aan de Grote Markt over de opgraving Grote Markt 16

Maandag 22 januari organiseren wij samen met het Archeologisch Museum Haarlem een lezing over de opgraving aan de Grote Markt 16 (1990-1991). Sprekers zijn Theo Nieuwenhuizen en Gert Kats (beiden lid van de Archeologische Werkgroep Haarlem) en destijds betrokken bij het onderzoek.

Tijdens de lezing komt het onderzoek en de vondsten uitgebreid aan bod: hoe verliep de opgraving en wat kan er gezegd worden over de verschillende perioden van bouw en gebruik van het pandje? Wat is er allemaal in de beerputten gevonden en wat vertelt dit over de bewoners en gebruikers van deze plek, die vanaf de 13e eeuw bebouwd is geweest.

Uiteraard is het ook mogelijk om de tentoonstelling te bezoeken.

Toegang gratis. Deuren open om 19:45, lezing begint om 20:00 uur.

Archeologisch Museum Haarlem
Grote Markt 18k
2011 RD Haarlem

De helm van Duinrust

In deze rubriek wordt elke maand kort en krachtig een bijzonder, apart of juist heel gewoon opgegraven voorwerp belicht. Deze maand betreft het een Duitse helm uit de tweede wereldoorlog.

In augustus 1994 verwoestte een grote brand het leegstaande voormalige Marine Hospitaal in Overveen. De restanten van het pand zijn nadien afgebroken om plaats te maken voor woningen en een parkeergarage van Résidence Vijverpark. De graafwerkzaamheden zijn door lokale deskundige Theo Nieuwenhuizen begeleid. Tijdens de werkzaamheden konden diverse funderingen van gebouwen van de blekerij Vreugdenberg (17e eeuw tot 1900) worden gedocumenteerd. Ook werd een waterput van Huize Duinrust gevonden, een rusthuis uit 1908 voor welgestelde ouden van dagen. Een van de markante vondsten betreft een Duitse helm uit de tweede wereldoorlog.

Kriegsmarine
Gedurende de bezettingsperiode was een onderdeel van de Kriegsmarine, de Duitse zeemacht, in Huize Duinrust gevestigd. Direct na de capitulatie nam de Binnenlandse Strijdkrachten Duinrust over en werd het een noodgevangenis waar tijdelijk gearresteerde NSB-ers in bewaring werden gesteld. De naam veranderde in Bewakingskamp Duinrust. In 1948 kreeg Duinrust ten slotte de functie van Marine Hospitaal.

Helm
De helm van Duinrust is Duits en van het model M40. Het is echter niet helemaal in zandkleur geschilderd, maar is gecamoufleerd waarschijnlijk met een combinatie van zandgeel, groen en roodbruin. Naarmate de oorlog vorderde kwamen gecamoufleerde helmen vaker voor. is gecamoufleerd zijn door diverse legeronderdelen gedragen, waaronder de Waffen SS, Heer, Luftwaffe en de Kriegsmarine. De laatste met name bij de Kustartillerie.

Stempel
Van de helm is zowel de stalen schaal met verfresten als het binnenwerk van leer bewaard gebleven. Het stempel in het binnenwerk is van de maker van het leer, en hoeft niet de maker van de stalen helm als geheel te zijn. Hier staat in het randschrift de naam van de maker, die blijkbaar in BRAUNSCHWEIG gevestigd was. De naams- en plaatsaanduiding geven aan dat de helm in ieder geval van voor 1942 dateert. Hierna werden namelijk alle verwijzingen naar fabrieken en plaatsen vervangen door een zogenaamd Reichsbetriebnummer. De cijfers in het midden van het stempel geven de maat van het binnenwerk en de hoofdmaat aan. Het binnenwerk (M31) was via een aluminium of zinken strip en drie splitpennen aan de stalen helm bevestigd. Aan die strip in ringvorm zaten ook de ogen waarmee de kinriem bevestigd was.

Tekst
Op de helm zijn naast restanten camouflageverf ook letters zichtbaar. De tekst op de voorzijde van de helm is echter niet organiek. Vermoedelijk is de tekst na de bevrijding op de helm geschilderd, bijvoorbeeld als aanduiding van een souvenir of tweede gebruik. Duitse helmen uit de periode 1940-1945 hebben hooguit een of twee transferplaatjes op de zijkant onder het ventilatie gat. Naarmate de oorlog vorderde werden die plaatjes steeds minder gebruikt. De enige uitzondering zijn helmen van hospitaalsoldaten (Sanitäter) waar een of meer rode kruizen in wit vlak op geschilderd zijn. Wat er precies op deze helm staat is niet goed lezen, maar het lijkt alsof er BRANDWEER staat.

 

 

Met dank aan:

Huize Duinrust, St. Lambertus Stichting 9379 [Anoniem], Noord-Hollands Archief / [collectie Braakman], [NL-HlmNHA_55017575]

De laatste afbeelding is een voorbeeld van een gecamoufleerde helm.

Haarlemse Archeologiedag groot succes!

Tijdens de Nationale Archeologiedagen werd op zondag 15 oktober jl. in het Prinsenhof achter het Stadhuis archeologisch onderzoek gedaan door de medewerkers Bureau Archeologie van de gemeente Haarlem en de leden van de Archeologische Werkgroep Haarlem (AWH). Het onderzoek richtte zich op de Vredestempel en de restanten van de Haarlemse Beek. De opgraving was niet alleen archeologisch succesvol. Ook het publiek kwam massaal bij het onderzoek kijken en vragen te stellen. Kortom, een zeer geslaagde Archeologiedag!

Overkluizing en traptrede

Vele handen maakten licht werk. In slechts een dag tijd werden niet alleen de klinkers voor de Vredestempel gerooid, maar werden ook de onderste traptrede van de tempel en werd een gedeelte van de overkluizing van de Haarlemse Beek blootgelegd. Het onderzoek is na de Archeologiedag nog enkele dagen voorgezet. De overkluizing van de Haarlemse Beek werd verder ontgraven. De schoon gepoetste overkluizing was daardoor goed te zien, evenals de latrine-achtige aanbouwsels en de kademuren van de beek. Er werden ook leuke vondsten gedaan, waaronder scherven, lakenloodjes en pijpenkopjes. En uit een beerkuil kwam onder andere een fraai middeleeuws boekslotje van messing tevoorschijn.

Standbeeld
Het raadsel van een plateau van baksteen bovenop de overkluizing van de beek is mogelijk opgelost. Op een oude ansichtkaart is op die plek namelijk het standbeeld te zien van Laurens Janszoon Coster, dat tegenwoordig op de Grote Markt staan. De sporen van de beek werden zorgvuldig ingemeten en getekend. En na een kijkgaatje voor toch net even wat extra informatie ging onherroepelijk het zand weer over de beek. Bij de vredestempel werd daarna nog de hoek bij de ontdekte derde tree in het zicht gebracht en is de ingang naar de beek aan de zijkant van de tempel vrijgemaakt. De opgraving is daarmee afgerond en de spullen zijn opgeruimd. Op naar de uitwerking van alle vergaarde vondsten en gegevens!

Media
Zowel de dagen voorafgaand aan de Archeologiedag als de dagen daarna was er veel belangstelling van de pers voor het onderzoek. Zo verschenen in het Haarlems Dagblad twee uitgebreide rapportages, stonden we in diverse huis aan huisbladen en was er een item op de Haarlemse zender 023TVonline in de vorm van een uitgebreid verslag van de opgraving bij de Vredestempel en de Haarlemse beek. Wie nog even wil nagenieten van de Archeologiedag op zondag 15 oktober kan hier het filmpje bekijken.

Rare rolletjes…

In deze rubriek wordt elke maand kort en krachtig een bijzonder, apart of juist heel gewoon opgegraven voorwerp belicht. Deze maand betreft het echter enkele rare ‘rolletjes’ waarvan we zelf nog niet weten wat het zijn. Herkent u ze?

Huis ter Kleef
Momenteel voeren de leden van de AWH met stadsarcheoloog Sem Peters in de Haarlemmer Kweektuin een booronderzoek uit, waarbij het kasteelterrein in kaart wordt gebracht. Tijdens een van de boorsessies liep een van de leden over de ruïne van het kasteel Huis ter Kleef en vond daar tussen wat los gruis bij de restanten van de noordtoren een apart rolletje van, naar het leek, baksteen, met daarin een holte van 4 cm diep. De aanwezige amateurarcheologen hadden echter geen van allen een idee van wat het was. Enkele dagen later zijn we nog even gericht bij het resterende muurwerk gaan kijken, met nog enkele vergelijkbare stukken als resultaat. Bonus daarbij was de vondst van een vergelijkbaar rolletje in het resterende muurwerk.

Specie
Het gaat naar het zich nu laat aanzien om ‘kernen’ van specie/ mortel met daaraan vastgekoekt een laagje van de omringende baksteen. De langste fragmenten zijn 7 cm en de breedte van alle fragmenten in 2 cm. Het lijkt alsof er ooit van bovenaf in de steenklomp is geboord en dat de holte met specie is opgevuld. Nu de steenklomp verder uiteenvalt, komen deze pijpjes bloot te liggen en vallen ze uiteindelijk met al het andere puin op de grond.

Oproep
De vraag is of iemand enig idee heeft wat deze rolletjes zijn, of waarvoor ze zijn aangebracht en hoe oud ze zouden kunnen zijn. En wellicht zijn er vergelijkbare situaties. Kortom, wie kent dit? Reacties zijn van harte welkom op het AWH-mailadres.

Oude stadsmuur ontdekt!

19884391_1236048546524327_7338690993380353193_n

Prachtig nieuws! Op vrijdag 8 juli is bij de Kinderhuisvest in Haarlem door archeologen van onderzoeksbureau EARTH Integrated Archaeology een stuk van de middeleeuwse stadsmuur opgegraven. De stadsmuur dateert uit de veertiende of vijftiende eeuw en is ontdekt tijdens rioleringswerkzaamheden.Onder de stadsmuur zijn houten funderingspalen aangetroffen. Door het onderzoek van jaarringen in het oud, kan zo wellicht de bouwperiode van de stadsmuur nauwkeurig worden bepaald. Het stuk stadsmuur is inmiddels verwijderd om plaats te maken voor nieuwe riolering.

 

Stadsgracht
Na de ontdekking van de stadsmuur is afgelopen dagen ook de bijbehorende stadsgracht onderzocht. Diverse AWH-leden hebben daarbij enthousiast kunnen meehelpen. In de vulling van de stadsgracht zijn veel scherven keramiek uit de zeventiende eeuw opgegraven. Daarnaast zijn met de metaaldetector een muntje en diverse spijkers gevonden. Binnenkort worden de vele vondsten en documentatie uitgewerkt en kan het verhaal over dit spannende stukje Haarlem worden geschreven!

 

        


In de media:

Haarlems Dagblad (8 juli)

 

 

 

 

 

 

 

 

foto opgraving stadsmuur: Ad Timmers.

Een beschreven biscuitje

In deze rubriek wordt elke maand kort en krachtig een bijzonder, apart of juist heel gewoon opgegraven voorwerp belicht. Deze maand betreft het een stukje biscuit.

Tijdens opgravingen worden vaak enorme hoeveelheden vondsten gedaan, waarvan een groot deel uit scherven keramiek bestaat. Deze scherven hebben dan al een heel leven achter de rug als kookpot, kannetje of pispot. Tijdens het dagelijks gebruik sneuvelde er gemakkelijk wat potten of pannen en was een nieuw exemplaar zo gekocht. Ook kon het zijn dat een pispot expres werd weggegooid, omdat deze na verloop van tijd sterk naar de urine begon te ruiken. Naast deze gebruikte voorwerpen vinden we heel soms voorwerpen of fragmenten die de gebruikers nooit hebben bereikt. Het gaat namelijk om misbrand of om halffabricaten.

‘t Krom
In 1988 is door de Archeologische Werkgroep Haarlem (AWH) onderzoek verricht in de Bakenesserbuurt te Haarlem. Ter hoogte van ‘t Krom 29-39 kon op de locatie van enkele gesloopte panden archeologisch onderzoek worden uitgevoerd. Op het terrein werden diverse ophogingslagen uit de middeleeuwen aangetroffen. Verder werden zes beerputten en waterputten op het terrein opgegraven, daterend van de veertiende tot en met de achttiende eeuw. Uit een van deze beerputten is een bijzonder fragment van een bord gevonden: een beschreven biscuitje. De scherf biscuit is aan de hand van de overige voorwerpen uit dezelfde laag in de beerput dateerbaar in de periode 1600-1650.

Biscuit
Het ‘beschreven’ fragment van het bord is een halffabricaat, biscuit genaamd. Dit is een term voor voorwerpen die door de pottenbakker één keer zijn gebakken, daarna worden beschilderd en van glazuur worden voorzien en vervolgens nog een tweede keer worden gebakken. Daarna waren de voorwerpen klaar voor de verkoop. Het bordfragment uit de beerput heeft de fase van beschildering echter niet gehaald. Mogelijk was het bord tijdens het bakken in de oven krom getrokken of gebarsten, waardoor het niet meer bruikbaar was voor verdere verwerking. De pottenbakker heeft het biscuitbord in ieder geval afgekeurd voor verdere verwerking. Eén scherf heeft hij nog gehouden en als notitieblokje gebruikt. Op de rand van het bordfragment zijn namelijk met inkt letters in combinatie met cijfers geschreven. Dergelijke vondsten zijn ook bekend uit Delft en betreffen vermoedelijk de ovenadministratie van een pottenbakker.

Pottenbakkers
Gedurende de zeventiende eeuw waren diverse pottenbakkers in en nabij de Bakenesserbuurt gevestigd of woonachtig. Mogelijk is het aangetroffen fragment met annotatie afkomstig van Adriaan Claesz. Blanckert, die in 1656 als plateelbakker in de Valkestraat wordt genoemd. De Valkestraat grenst namelijk met het perceel met het opgravingsterrein ter hoogte van ‘t Krom 29-39. Blanckert kocht het pand ‘De Vergulde Coorenmaat’ van Trijntge Paulus. Het pand wordt in 1652 vermeld en is dan in eigendom van Theunis Jansz, ‘in zijn leven Corenmaeter’. Naast het bordfragment van biscuit met annotatie, is nog een fragment van een tweede bord van biscuit en een gelobt oor van biscuit voor een papkom in dezelfde laag van de beerput aangetroffen. Het zijn stille getuigen van de pottenbakkersindustrie waar Haarlem in de zeventiende eeuw beroemd om was.

Op stap in Haarlem!

In deze rubriek wordt elke maand kort en krachtig een bijzonder, apart of juist heel gewoon opgegraven voorwerp belicht. Deze maand betreft het een kinderschoen.

0-88krm-0022bIn 1988 is door de Archeologische Werkgroep Haarlem onderzoek verricht in de Bakenesserbuurt te Haarlem. Ter hoogte van ‘t Krom 29-39 kon op de locatie van enkele gesloopte panden een opgraving worden uitgevoerd. Op het terrein zijn diverse ophogingslagen uit de middeleeuwen aangetroffen. De ophogingslagen illustreren de expansie van de middeleeuwse stad Haarlem op het grondgebied Bakenes.

Stadsafval
0-88krm-0031De ophogingslagen ter hoogte van ‘t Krom 29-39 bestaan uit diverse pakketten stadsafval en mest, met daarin de nodige voorwerpen van keramiek en metaal. Door de zuurstofarme omstandigheden in de ophogingspakketten zijn ook vergankelijke materialen als leer, textiel, been en hout goed bewaard. Aan de hand van het vondstmateriaal worden deze ophogingslagen in de periode circa 1350-1375 gedateerd, met een accent op 1350-1360. Dit levert niet alleen een goede datering voor de aanleg van dit gedeelte van de middeleeuwse stadsuitleg in de Bakenesserbuurt, maar verschaft ook een gedetailleerd inzicht in de samenstelling van het afval van de middeleeuwse Haarlemmer in de oude stad.

0-88krm-groep1Schoenen
Dankzij de gunstige conserveringsomstandigheden in de ophogingslagen zijn er veel voorwerpen van leer overgeleverd. De meeste voorwerpen zijn schoenen. Vanwege het grote aantal aangetroffen schoenen en de goed gedateerde ophogingslagen, vormen de schoenen een interessante informatiebron. Zo geeft de variatie aan welke modellen in deze periode naast elkaar voorkwamen en zegt de verhouding tussen het aantal modellen iets over de gangbaarheid. In totaal zijn er 53 schoenen aangetroffen. Van 36 schoenen kon het model worden bepaald. Allen dateren uit de tijd van de ophogingsactiviteiten, namelijk 1350-1375.

0-88krm-0022aKinderschoen
Het meest voorkomende model is een halfhoge tot hoge schoen, die met staartknopen op de wreef wordt gesloten. Deze schoen heeft geen ‘lastige’ veters om te strikken. Door de leren veters -staarten- met knoop en al door het knoopsgat te trekken, zat de schoen snel en eenvoudig dicht. Vergelijkbaar met het gemak van onze klittenbandsluiting. 0-88krm-0022eDit type schoen wordt vanwege de eenvoudige sluiting als kinderschoen geïnterpreteerd. Ook de kleine maten van de aangetroffen schoenen zijn veelzeggend. Deze lopen uiteen van maat 18 tot en met maat 31. Er is slechts een enkele schoen in maat 40 aangetroffen. De levensduur van schoenen was beperkt. Door het gebruik sleet de leren zool snel, waarna de schoen soms nog werd hersteld, maar vaak gewoon werd afgedankt. Zo is de versleten kinderschoen als afval weggegooid en uiteindelijk met veel ander stadsafval als vulling in de ophogingslagen van ’t Krom beland. Had de jeugdig drager ooit kunnen vermoeden dat honderden jaren later zijn of haar schoen door archeologen zou worden opgegraven en gekoesterd?0-88krm-0022d

Terug naar de ijzertijd!

20161130_150031Het was soms koud en het was soms nat, maar het was vooral reuze interessant. Gedurende drie weken tijd is er door archeologisch bureau RAAP een opgraving uitgevoerd op het Delftplein in Haarlem-noord. Waar eens een grote verkeersrotonde lag, werd tot en met begin december uitgebreid gezocht naar sporen uit de ijzertijd en de bronstijd. Gedurende de gehele campagne hielpen de leden van de Archeologische Werkgroep Haarlem de beroepsarcheologen enthousiast een handje mee.

img_0905Andere tijden
Op de locatie waar door Elan Wonen containerwoningen de opvang van statushouders worden gerealiseerd, werd voorafgaand de bodem onderzocht. In de omgeving zijn in het verleden tal van sporen uit de steentijd, bronstijd en ijzertijd aangetroffen, waaronder scherven keramiek nabij het Spaarne Gasthuis, een pijlpunt van vuursteen in de Hekslootpolder en een heuse offerplaats in de Velserbroek. Haarlem-noord oogt nu aardig bebouwd, maar weinigen beseffen dat het gebied al duizenden jaren door mensen wordt bezocht en bewoond.

Sporen in de grondimg_0983
Van bebouwing uit de bronstijd en ijzertijd zijn helaas geen sporen teruggevonden, maar van het erf en het land om de boerderijen heen des te meer. Zo werden tal van afwateringsslootjes opgegraven, waarmee de bewoners in tijden van een natte bodem droge voeten probeerden te houden. Daarnaast zijn er waterkuilen opgegraven en sporen van akkers, in de vorm van schitterende krassporen van de ploeg in de bodem.

20161130_113156Naast al deze sporen in de grond zijn er ook vondsten gedaan, waaronder scherven keramiek van potten uit de ijzertijd, afdrukken van koeienpoten in de grond en een stukje vuursteen, afkomstig van een stenen bijl en hergebruikt als werktuigje. Het meest indrukwekkend is wellicht de enorme invloed van de natuur op de mogelijkheden voor de mens om zich op deze plek, bij de strandwal van Haarlem te vestigen. Soms won de mens, maar vaak verdreef de natuur deze indringer. Op de zijwanden van de opgravingsputten was dan ook goed de opbouw van de bodemlagen te zien, waaronder lagen veen (natte periode) en spitsporen (drogere periode).

Op de kaart20161130_151030
De boerderijen en andere gebouwen van de nederzetting(en) zijn tijdens de opgraving niet aangetroffen, maar wellicht is de mooiste vondst wel de aandacht die de opgraving van de belangstellende Haarlemmers kreeg. Naast de leden van de Archeologische Werkgroep Haarlem die meehielpen met opgraven, kreeg het team van archeologisch bureau RAAP enthousiaste buurtbewoners en huurders van Elan op bezoek en kwam een schoolklas met de conservator van het Archeologisch Museum Haarlem even kijken op een echte opgraving! En dankzij het Haarlems Dagblad kon heel Haarlem lezen over dit interessante project. De opgraving mag dan zijn afgelopen maar de ijzertijd in Haarlem staat weer aardig op de kaart.

Geduldimg_0980
De vele sporen en vondsten van de opgraving worden de komende twee jaar zorgvuldig onderzocht en beschreven door de archeologen van RAAP. Alle bevindingen worden in een onderzoeksrapport gevat, waarmee het verhaal van dit stukje Haarlemse geschiedenis opnieuw kan worden verteld. En wellicht volgt er in 2018 nog een schitterende tentoonstelling in ons eigen Archeologisch Museum!

 

 

Krabbels in de marge

In deze rubriek wordt elke maand kort en krachtig een bijzonder, apart of juist heel gewoon opgegraven voorwerp belicht. Deze maand betreft het een middeleeuwse stilus, oftewel schrijfstift.

Wie schrijft die blijft, althans dat is het gezegde. Helaas geldt dit niet voor de schrijver die 0-90klev-0192-001-1met een stilus zijn of haar verhaal aan de zachte was toevertrouwde. Want als de ingekrast boodschap was gelezen, werd de tekst eenvoudig weer gladgestreken. Soms zijn er karige aantekeningen overgeleverd doordat de ijverige schrijver zijn of haar boodschap dermate hard in de was had gedrukt, dat de punt van de stilus tot in het hout doordrong. Heel soms kunnen we zo flarden van teksten lezen. Of dit ook geldt voor de schrijver op kasteel Huis ter Kleef is niet bekend, want tijdens de opgraving is alleen de stilus oftewel schrijfstift aangetroffen. Van het bijbehorende wasplankje ontbreekt ieder spoor.

Aantekeningen, rekeningen en brieven
imagesEen stilus is een lange stift van hout, been, ivoor of metaal met meestal een spatelvormig uiteinde aan de ene zijde en een puntige stift aan de andere kant. De stilus werd al in de romeinse tijd gebruikt voor het maken van aantekeningen, rekeningen en brieven zonder blijvend belang. Hiervoor gebruikte men wastafeltjes. Dit zijn rechthoekige houten plankjes die in het midden zijn verdiept en met een laagje bijenwas zijn bestreken. In de was werd een tekst of tekening met de stilus aangebracht. Als de tekst of de tekening niet meer nodig was werd deze eenvoudig verwijderd door met het spatelvormig uiteinde van de stilus de was weer glad te strijken. Het wasplankje was zo weer bruikbaar voor een nieuwe boodschap.

Bijzondere styli
0-90klev-1054Er zijn er ook afwijkende vormen van styli bekend, waarbij de spatel handvormig of bolvormig is. Soms is de stilus van een ringetje voorzien om het schrijfgerei op te hangen of met zich mee te dragen. Bijzonder zijn de styli uit de dertiende en veertiende eeuw die in de Seine te Parijs werden gevonden. Ze zijn vervaardigd van lood en bovenaan de spatelzijde ‘halve maanvormig’ De voor- en achterzijde van deze uiteinden zijn versierd met onder andere een bisschop, een aap, kruis of een floraal decor.

De stilus van Huis ter Kleef
0-90klev-0226Tussen 1992 en 1994 werd door de AWH de slotgracht van het kasteel Huis ter Kleef in de huidige Haarlemmer Kweektuin opgegraven. De grachtvulling werd met water gezeefd, waardoor kleine voorwerpen makkelijker herkend werden. De allereerste vondst uit de oostgracht  in de zeef aangetroffen betreft een stilus. De stilus van Huis ter Kleef is vervaardigd van een koperlegering en dateert uit de vijftiende eeuw. Het uiteinde is spatelvormig en voorzien van een manchet, terwijl de schrijfkant is voorzien van een puntige stift.

Klooster en abdij800px-ruusbroec_miniatuur2
In Haarlem werden tijdens een opgraving in de jaren 1978-1979 in de zuidelijke kloostergang van het vroegere Dominicanerklooster –het huidige stadhuis- enkele skeletten aangetroffen. Naast de schedel van één van de skeletten werd een stilus aangetroffen. Of we hieruit mogen opmaken dat deze stilus als een grafgift is meegegeven aan zijn gebruiker is niet met zekerheid te zeggen. Bij de abdij van Egmond werd eveneens een stilus aangetroffen. De stilus is gemaakt van brons en voorzien van versiering in de vorm van een gestileerde slang. Deze stilus dateert uit de elfde eeuw.

Langdurig gebruik
Wasplankjes en styli werden over het algemeen tot in de vijftiende eeuw gebruikt. Daarna wordt het schrijven op papier meer algemeen en verdwijnen de wasplankjes en bijbehorende styli. Onder bepaalde omstandigheden werd echter nog lang gebruik gemaakt van deze schrijftechniek. Zo zijn enkele voorbeelden van langdurige gebruik bekend uit de zoutmijnen in Salesbury (tot 1812) en de vismarkt in Rouaan (tot 1919). In een vochtige omgeving waar papier en lei onbruikbaar zijn, was een wasplankje blijkbaar toch nog erg praktisch…